01 NOV '65 | Toevoeging waarin het Concilie de historiciteit bevestigt
Op dinsdag 19 oktober is de Commissio Mixta voor Schema XIII inderdaad voor het eerst bijeengekomen. Doch de tweede helft van de zitting werd, door de Doctrinele Commissie afzonderlijk, aan de pauselijke modi betreffende de revelatie besteed.
In de voormiddag had het praesidium daarover reeds vergaderd. Er was afgesproken dat voor punt 1, – over de Traditie, waarvoor de Paus de keuze liet tussen de zeven reeds vroeger voorgestelde toevoegingen – dat de Vaders onmiddellijk en zonder kommentaar tot de stemming zouden overgaan; voor punt 2, voor het schrappen van “veritas salutaris”, zou ik een tussenformule voorstellen; voor punt 3, betreffende de historiciteit van de evangeliën, zou ik hetzelfde doen.
’s Namiddags echter, te 18.15 u., geeft de president eerst het woord aan kardinaal Bea, die de 3e formule (afkomstig van Colombo) aanbeveelt. De mijne, de 5e, haalt slechts 2 stemmen. Bij de tweede stemronde bekomt formule 3 veruit de meerderheid.
Voor punt 2 houdt kardinaal Bea een speech waarin hij het woord “salutaris” heftig bestrijdt (al had hij de door de commissie voorgestelde tekst, mèt het woord salutaris, vroeger uitdrukkelijk goedgekeurd). Niemand krijgt gelegenheid om te antwoorden. De president doet onmiddellijk stemmen: omittatur of maneat. De schrapping krijgt driemaal achtereen 1 stem tekort om aangenomen te worden, d.w.z. 1 stem minder dan 2/3 van het aantal aanwezige leden. Daarop mag ik ten slotte mijn compromisvoorstel voorleggen: een omschrijving, die door een aantal leden van de minoranza in de modi was voorgesteld. Die tekst, haalt onmiddellijk de 2/3 meerderheid. Er blijft evenwel betwisting over de interpretatie van het reglement. Drie of vier leden hebben inderdaad blanco gestemd, en iemand beweert dat zij niet meetellen. Het reglement spreekt echter van de praesentes, niet van de votantes. P. Bertrams beweert dat de blancostemmen niet meetellen, doch men gaat erover heen.
Voor de historiciteit, stel ik een toevoeging voor, waarin het Concilie die “historiciteit” uitdrukkelijk bevestigt. De “historica fides” waarvan het pauselijk voorstel spreekt, zal in de Bultmanniaanse zin uitgelegd kunnen worden, en die uitdrukking brengt dus geen aarde aan de dijk. Mijn voorstel wordt met 26 tegen 2 stemmen aangenomen.
Woensdagvoormiddag, 20 oktober, maak ik de verslagnota op voor de Paus, met de nodige uitleg. Mgr. Felici betuigt per telefoon zijn instemming en laat de tekst van de verbeterde expensio modorum ter perse gaan.
Donderdagavond betuigt de Paus aan kardinaal Ottaviani zijn goedkeuring. Colombo vertelt dat de Paus tevreden was.
Daarmee is de zaak dus van de baan.
25 OKT '65 | Onthechting wordt mij opgelegd: zo is de deugd niet zo moeilijk
Maandag 25 oktober voormiddag begint het tweede deel, met huwelijk en gezin. Ik ervaar ’s morgens reeds pijn in de borst. De zitting is zwaar.
’s Namiddags krijg ik opnieuw pijnen en durf ik niet meer naar de commissie gaan: het Concilie is voor mij afgelopen.
Ik ontvang vele betuigingen van belangstelling, ook van de Paus.
De commissie vermenigvuldigt haar zittingen, doch er is veel verwarring en praktisch geen voldoende leiding. Niettemin zal de commissie zaterdagavond 30 oktober haar werk besluiten.
Ik rust uit. Woensdagvoormiddag heb ik nog een dreiging van hartpijnen, doch de dokter stelt mij gerust. Ik krijg een massa geneesmiddelen en inspuitingen, en sedert een paar dagen ben ik nagenoeg weer normaal.
Morgen komt Roza naar Rome, en als ’t God belieft kan ik zaterdag met haar weer naar huis, per trein. De dokter raadt de luchtreis stellig af, omwille van de atmosferische druk.
Nu werk ik nog wel even aan het persklaar maken van de teksten. Mgr. Haubtmann streeft ernaar deel I nog eens naar zijn zin te bewerken. Ik moet hem feitelijk laten begaan, en er mij niet aan krenken. Voor deel II blijft hij onverschillig.
Hoogstwaarschijnlijk zal ik dit akademisch jaar van mijn lessen te Leuven ontlast worden. Iedereen, vooral Mgr. Prignon, doet zijn uiterste best om mij op te knappen.
Het is goed dat ik alles heb moeten loslaten: het schema is niet mijn werk, en de onthechting wordt mij opgelegd: zo is de deugd niet zo moeilijk…
Trouwens, de hoofdbrok is afgewerkt, en als men de timing, die ik opgemaakt heb, nakomt, zal alles wel tijdig klaarkomen.
Kardinaal Cento heeft mij, namens de commissie, een danktelegram gestuurd. P. Tromp zegt geen tijd te vinden om mij te komen bezoeken. Van kardinaal Ottaviani heb ik niets gehoord. Vele anderen hebben hun vertrouwen in mijn werk uitgedrukt, ook leden van de minoranza. Alles is dus goed.
Zal ik nog naar Rome terugkeren? Dat is erg onwaarschijnlijk, en wellicht is het zo nog het beste.
Laten wij God, voor alles! danken. Maria moge mij beschermen.
Het gevoel van niets zeer dringend te doen te hebben is mij heel ongewoon. Het conciliewerk is voor mij een harde dobber geweest. Doch nu is alles nagenoeg voorbij. Ik kan dus gerust verdwijnen. En als God mij de kracht geeft nog een paar boeken te schrijven, waar velen naar wachten.
12 SEP '65 | Er heerst heel wat verwarring
Ondertussen is het incident losgebarsten over een aantal meer dan vooruitstrevende stellingen in de theologie in Nederland. Op de K.A.W. heb ik heftig gereageerd, wellicht te heftig. Mgr. Bekkers heeft niet gedramatiseerd; kardinaal Alfrink schreef mij een boze brief. Mgr. Coppens bracht mij een niet helemaal welkome steun. Er heerst heel wat verwarring. Gisteren is in verband daarmee een encycliek verschenen over de eucharistie. Nu heeft dus het hoogste gezag gesproken en getuigenis gegeven van de noodzaak van het primaat, ook tegenover de bisschoppen.
De tekst ken ik nog niet. Ik ben erg benieuwd, en een beetje ongerust of de uitspraak niet al te strak zal zijn. P. Smits, die mij zijn bezoek aankondigde, is niet verschenen. Misschien is dit nog het best. Laten we hopen dat de beroering spoedig kalmeren zal en dat er opheldering komt.
Lees meer: Paus zet puntjes op de i over de eucharistie
22 NOV '64 | Ik heb de paus met grote vrijmoedigheid gesproken
Het gebaar van de Paus om mij, reeds ’s morgens met een gouden kelk te bedenken, heb ik zeer op prijs gesteld: ik heb hem met grote vrijmoedigheid gesproken.
Ontdek meer: “Zwarte week” van het Concilie
19 NOV '64 | Ingrijpen van de Paus wordt niet gunstig beoordeeld
De stemming over de godsdienstvrijheid die voor vandaag was aangekondigd, wordt door de hogere overheid afgelast. De tekst, die grotendeels nieuw is, moet opnieuw besproken worden.
De relatie wordt niettemin door Mgr. De Smedt voorgelezen, en oogst uitbundig applaus tijdens en na de lezing. De Amerikanen zijn zeer ontstemd en zamelen handtekeningen in voor een vertoogschrift aan de Paus. Vier kardinalen, zegt men, Spellman, Ritter, Léger en König, gaan bij de Paus, die hun zegt vertrouwen te hebben. Wat dat betekent is niet duidelijk.
Aan de tekst De Oecumenismo doet de Paus enkele wijzigingen aanbrengen, naar het schijnt, zonder veel belang, eer dat de tekst, morgen vrijdag ter stemming komt. Het ingrijpen van de Paus wordt niet gunstig beoordeeld.
Men schrijft aan de Paus het inzicht toe, overmorgen zaterdagmiddag in S. Maria Maggiore, Maria tot Moeder van de Kerk uit te roepen. Dit schijnt een affirmatie in te houden van het primaatrecht van de Paus.
De goede indruk van de eindstemming over de Kerk gaat te midden van al dit gewoel grotendeels verloren. Het is jammer.
Ontdek meer: “Zwarte week” van het Concilie
16 NOV '64 | Velen doen hun best om de gemoederen te bedaren
De Paus doet de inleidende nota (in de Aula) voorleggen, doet bevestigen dat de procedure regelmatig is geweest, en laat de verklaring over de Qualificatio Theologica eveneens voorlezen. Een aantal Vaders zijn over de inleidende nota ontstemd, en sommige periti (bv. Ratzinger, Dockx, Congar, etc.) willen een negatieve stemming uitlokken. Er heerst beroering. Velen doen hun best om de gemoederen te bedaren.
Ontdek meer: “Zwarte week” van het Concilie
14 NOV '64 | De grootste slag werd geleverd over de collegialiteit
Het zijn voor mij de zwaarste concilieweken geweest. Vooreerst de afhandeling van de modi over De Ecclesia: alles samen ongeveer 15.000! Dan de tekstverbetering over De Revelatione. Tussenin nog een aantal dingen b.v. over de godsdienstvrijheid.
Sommige dagen waren zeer terneerdrukkend. Andere dagen ging het weer beter. De grootste slag werd geleverd over hoofdstuk III: de collegialiteit. Bovenaan is men tot het laatste ogenblik toe aarzelend gebleven. Die laatste beproeving heeft bijna veertien dagen geduurd. Toen ik ongeveer klaar was met een inleidende Nota, die als verklaring zou dienen, kwam er bovendien een andere Nota, door Carlo Colombo voorgedragen, en die zware betwistingen in de commissie veroorzaakt zou hebben. Een week geleden kreeg ik de indruk dat dit ontwerp was opgegeven, en ik herademde. Begin van deze week kwam het opnieuw te voorschijn!
12 NOV '64 | Instemming over de nota, zonder enthousiasme
9 uur: praesidiumvergadering in het H. Officie. Ik stel de antwoorden op de pauselijke documenten voor. Ze worden aanvaard.
11 uur: commissievergadering, zonder de periti. De commissie aanvaardt de voorstellen, met enige tegenzin, en met kleine wijzigingen. De commissie komt met de Inleidende Nota nog niet klaar.
Om 16.30 uur gaat men voort, en komt men weldra tot instemming over de nota, zonder enthousiasme.
Om 18 uur maak ik de relatio over de bespreking op, die nog dezelfde avond aan Z. H. overhandigd wordt door P. Molari. Er blijft nu maar te wachten.
Ontdek meer: Paus vraagt verklarende nota bij constitutie over de Kerk
11 OKT '64 | Demarche bij de paus om stemming te voorkomen
Donderdagavond 16 [moet zijn 17] september kwamen er onrustwekkende berichten over de aarzelingen van de Paus. Vrijdag was het nieuws beter. Zaterdagmorgen weer slecht; ’s avonds integendeel beter.
Zondag is er sprake van een demarche van 13, 14 of 20 kardinalen bij de Paus om de stemming over het episkopaat [hoofdstuk 3 van het schema over de Kerk] te verdagen en aldus te verhinderen. Bevestiging kon niet worden bekomen. Zondagavond uiteindelijk ’n geruststellend telefoontje van C. [Colombo]. De stemmingen zullen blijkbaar doorgaan.
Ontdek meer: Stemmen over de Kerk leidt tot modi-oorlog
17 SEP '64 | Bisschoppen, vooral de Belgische, zijn erg verontwaardigd
Vandaag, vrijdag 17 september, tussenkomst van kardinaal Suenens die het schema [hoofdstuk 8 van het schema over de Kerk] beschuldigt van minimisme en antimariaal christocentrisme, zonder echter op bepaalde teksten te wijzen.
De indruk is dat de kardinaal daarmee zijn prestige geschaad heeft. Ongetwijfeld heeft hij mij persoonlijk niet willen treffen.
De bisschoppen, vooral de Belgische, zijn erg verontwaardigd. Meerdere vrienden zijn ermee bekommerd dat ik niet al te zeer terneergedrukt zou zijn.
Daar is trouwens geen reden toe. Ik sta niet in de dienst van de kardinaal, maar van de Kerk en de waarheid. Het blijkt nu duidelijker dat ik “zijn man” niet ben. Ik ben dat trouwens nooit geweest.
Overigens is dit een gelegenheid tot uitzuivering en onthechting. Ook dat zal zijn vrucht dragen.
Dus is er geen reden om over het geval te piekeren. Dat schaadt trouwens de gezondheid. Iedereen heeft natuurlijk zijn gevoeligheid, ook ik. Doch ik heb al enigszins geleerd niet te teergevoelig te zijn. Het is voor mij ook goed dat ik tegenspraak ondervind: zoniet is het gevaar groter dat ik mijn opinies en mijn werk zou overschatten.
Ontdek meer: Suenens klaagt mariaal minimalisme aan
02 AUG '64 | Wij denken en schrijven zoals wij gemaakt zijn
Het is duidelijk dat in het schema De Ecclesia een aantal verklaringen zeer westers juridisch blijven. Wij denken en schrijven zoals wij gemaakt zijn. Doch er zijn ook beschouwingen in aanwezig (en waarschijnlijk veel meer dan de orthodoxen denken) over de Kerk als gemeenschap. Tussen de communio en de “juridische” uitbouw zien wij wel verschil, maar geen tegenstrijdigheid. Is het niet juist het kenmerk van het katholicisme van de twee “verschillende” opvattingen samen te zien, niet in de zin van een kunstmatige harmonisatie, maar in de zin van een dieper inzicht?
07 JUL '64 | De H. Vader heeft mij uitbundig bedankt
Audiëntie bij Z. Heiligheid. Naar ik vermoed, ingegeven door Mgr. Charue, maar de Paus zelf heeft er om verzocht. Hij heeft mij niet eerder willen ontmoeten, om mij, in het commissiewerk, volkomen vrijheid te garanderen. De audiëntie is in de Osservatore Romano niet meegedeeld.
De H. Vader heeft mij uitbundig bedankt. De methode van overleg, geduld, toegankelijkheid apprecieert hij ten zeerste, en hij hoopt dat ze bestendigd zal worden. Het is merkwaardig dat ik persoonlijk geen vijanden heb, althans niet voor zover ik weet. Met P. Tromp blijf ik goede maatjes, al stemt onze theologische instelling geenszins overeen. Hij blijft bij zijn opvattingen, doch erkent dat de teksten thans, over ’t algemeen beter zijn dan vroeger, hoewel volgens hem dikwijls niet scherp genoeg. Kardinaal Ottaviani schijnt mij wel te vertrouwen en geeft mij praktisch grote vrijheid.
05 JUN '64 | Nieuw offensief tegen de collegialiteit
Tijdens deze zittijd worden wij een nieuw offensief gewaar, tegen de collegialiteit vooral. De Paus heeft 13 wijzigingsvoorstellen laten indienen, doch men mag ze vrij bespreken. Mgr. Parente doet daarentegen een zeer heftige uitval, die ons de zaak zeer vergemakkelijkt heeft. Men aanvaardt de meeste van die 13 voorstellen, die op herhalingen en voorzorgen neerkomen. Doch de al te scherpe teksten worden vermeden. Ik heb de indruk dat de opposanten hun poeder te vroeg verschoten hebben. Het zal waarschijnlijk niet meer lukken, op het laatste ogenblik, min of meer bij verrassing, een slechte tekst te doen aanvaarden.
Over deze kwestie schijnt de Paus enigszins te aarzelen en niet helemaal gerustgesteld te zijn. Wellicht is het zijn inzicht, door deze toegevingen te voorkomen dat de kwestie op het Concilie opnieuw in bespreking komt. Doch de ondervinding leert eens te meer, dat er tot het laatste ogenblik toe, verzet zal zijn. Volgens kardinaal Ottaviani ligt de kwaal in de samenstelling zelf van de Theologische Commissie. Het is de enige keer dat hij mij vrijuit gesproken heeft, en wel in de zin van zijn aanvankelijke stelling.
Ontdek meer: Paulus VI heeft 13 suggesties over collegialiteit
20 MEI '64 | Mijn naam wordt genoemd voor de bisschopszetel van Gent
Tijdens de maand april en mei [1964] wordt mijn naam herhaaldelijk genoemd voor de bisschopszetel van Gent. Zeer vervelend.
Zie ook: Mgr. Karel Justinus Calewaert, bisschop van Gent, overlijdt
28 JAN '64 | Ik laat de dokter komen die vreest voor infarct
Dinsdag 28 januari, namiddag, voel ik mij onwel, maagstoornis met weerslag op het hart, of eigenlijke hartstoornis? In elk geval ondervind ik de karakteristieke borstbeklemming, die ik sedert enkele weken vooral bij het gaan ondervind. Ik laat de dokter komen die vreest voor infarct en mij rust voorschrijft. ’s Anderendaags laat hij een cardiogram nemen en blijkt niet gerustgesteld. Hij houdt mij binnenkamers. Waarschijnlijk heeft Mgr. Prignon hem op het hart gedrukt, dat hij mij alleszins goed moet verzorgen…
19 JAN '64 | Thans worden de subcommissies weer aan het werk gezet
Zo pas uit België teruggekeerd te Rome. De werkzaamheden voor het schema De Ecclesia moeten een maand eerder klaar zijn, dan begin december voorzien werd. Thans worden de subcommissies weer aan het werk gezet. De plenaire commissie zal begin maart vergaderen.
02 DEC '63 | Mijn werk wordt dus niet aanvaard maar geduld en ook gebruikt
Gisteren [moet zijn: vandaag] stemmingen in de Theologische Commissie. Mgr. Charue wordt ondervoorzitter (tweede) met 12 stemmen op 22 aanwezigen. Ik word "secretarius adiunctus" benoemd met 16 stemmen tegen 56 aan P. Gagnebet. Mijn werk wordt dus niet "aanvaard" maar "geduld" en ook "gebruikt". Als menselijke verhouding is het bedenkelijk en het doet mij leed. Volgens de stemming ben ik een partijman. Doch, dat zal, hoop ik, aan mijn openheid niets veranderen. Ik heb steeds naar overeenkomst gestreefd. Men verkiest de strijd: dat is jammer. In het Parlement ware dergelijke houding van de minderheid, die een machtspositie inneemt eigenlijk niet denkbaar. Ik heb nooit naar een officiële aanstelling gestreefd. Dat verwekt maar afgunst. Ik zal mijn best doen om de Kerk te blijven dienen.
13 MAA '63 | De vergadering juicht toe
Woensdagavond bereiken wij het einde. Mgr. Parente en nadien de voorzitter bedanken de medewerkers en mij in ’t bijzonder. De vergadering juicht toe, en meerdere bisschoppen komen mij gelukwensen. Er is heel wat veranderd sedert december! Hoe dit tot stand gekomen is, zal ik waarschijnlijk nooit helemaal kunnen achterhalen. In de grond is men er ook “rechts” van overtuigd dat de tekst thans gevoelig beter is, en alleszins dat hij op het Concilie een goede kans zal maken. Ik hoor wel dat men “rechts” op inschikkelijkheid vanwege “links” rekent. In elk geval: Deo gratias! Dit is voor vandaag voldoende.
05 MAA '63 | Dit is voor mij de pijnlijkste zitting geweest
Op [dinsdag 5 maart] komt de Theologische Commissie bijeen, dus zonder de leden van het Sekretariaat voor de Eenheid, om te adviseren over het schema De Ecclesia.
Dit is voor mij de pijnlijkste zitting geweest. Gedurende anderhalf uur heeft de voorzitter gepolemiseerd om de bespreking niet te moeten beginnen. De twist gaat hoofdzakelijk tussen de bisschoppen, en de theologen kijken zwijgend toe, vermits alleen de procedure en niet de doctrine ter tafel is. Kardinaal Ottaviani verwijt de Commissie der Zeven dat zij haar opdracht overschreden heeft: zij moest (als ik hem wel begrijp) alleen een keuze doen om een basistekst te vinden, maar niets meer dan dat. Bovendien zegt hij, kunnen alle bisschoppen tot en met 28 februari over de leerstof opmerkingen insturen, en die stukken werden nog niet ontleed. Ook P. Tromp legt hierop de nadruk, wonder genoeg! want oktober laatstleden was hij van oordeel uit dergelijke voorstellen helemaal niets over te nemen. Thans schijnt hij er belang aan te hechten. Doch, zegt hij, het zijn “twee kilo's dokumenten”. Tenslotte beschikken wij slechts, aldus kardinaal Ottaviani, over 1/20e van de nodige tekst: het is dus de moeite niet waard, er aan te beginnen.
De atmosfeer is gespannen. De bisschoppen aarzelen om tussen te komen. Eindelijk geeft kardinaal Browne een overzicht over het werk van de subcommissie der Zeven. Mgr. Charue merkt op dat het niet aannemelijk is, die commissie aan het werk te zetten, en daarna haar conclusies te negeren. De gegeven opdracht omvatte wel degelijk het opstellen van een nieuwe tekst.
In het debat schuif ik in, dat niet een twintigste, maar de helft van de tekst klaar is, en dat de andere helft over een paar dagen klaar zal zijn. Ook indien men nadien met de binnengelopen voorstellen van het wereldepiskopaat rekening wil houden, is het gunstig over een referentietekst te beschikken, waarmee men deze voorstellen kan vergelijken.
Na anderhalf uur geslagen verzet, geeft de voorzitter toe, doch voegt er onmiddellijk aan toe dat mijn tekst pompeus is, niet pastoraal en ook niet theologisch. Hij laat een brief voorlezen van kardinaal Ruffini, die tegen de schriftverklaring in mijn schema allerhande zogenaamde exegetische moeilijkheden naar voren schuift...
Na al die wederwaardigheden krijg ik het woord om de tekst voor te lezen en in te leiden. Dit is het keerpunt. Als ik spreken mag, krijg ik een goede kans om de tekst ingang te doen vinden: daar ben ik stellig van overtuigd. Ik doe de ganse voorlezing zelf, om gelegenheid te hebben doorlopend uitleg te geven en aldus een aantal bezwaren van te voren uit te schakelen.
28 FEB '63 | Tromp was inderdaad het huilen nabij
In die dagen heb ik opnieuw bezoek gebracht aan P. Tromp, die, ongesteld, de kamer hield. Hij was erg "down" vanwege de gebeurtenissen. Daarin zag hij een duivels goed uitgewerkt plan tegen hetgeen grotendeels zijn werk was. "Het is om erbij te huilen" zei hij, en hij was inderdaad het huilen nabij. En toch nog steeds geen twijfel aan de eigen stellingen. Wel, meen ik, de bittere ervaring onttroond te zijn. Voor een groot deel heb ik zijn plaats ingenomen, in deze zin dat ik het werk doe, dat hij wilde verrichten.
26 FEB '63 | Men denkt dat mijn schema het meeste kans maakt
Voor de behandeling van De Ecclesia is een subcommissie van 7 aangesteld, m.n. kardinaal Browne, voorzitter, König en Léger, met de bisschoppen die een of ander ontwerpschema patroneren, dat zijn Charue, Garrone, Schroeffer en Parente.
Zondag in de late namiddag, bijeenkomst van vijf leden dezer commissie (buiten kardinaal Browne en Mgr. Parente) met een aantal theologen, om te overleggen hoe men te werk zal gaan. De Duitsers zijn inschikkelijk, en de Fransen hebben eigenlijk geen eigen voorstel. Men denkt dat mijn schema het meeste kans maakt en men dus best zal doen het daarmee te wagen. Men beslist dadelijk met de bespreking van mijn tekst onder de gunstig gezinde experten te beginnen. Dat geschiedt van af maandag ...
Dinsdagvoormiddag, 26 februari, terwijl wij in ’t College met de theologen verder werken over De Ecclesia, telefoneert mij Mgr. Charue vanwege de subcommissie. Deze, die samengesteld is uit 5 tegen 2 (hoe die samenstelling tot stand is gekomen, heb ik niet vernomen), heeft besloten, volgens de opdracht die zij gekregen had, en met algemene instemming:
- dat er een nieuw schema diende opgesteld te worden,
- dat men daarbij mijn tekst als basis zou nemen (aangezien de andere ontwerpen daar enigszins afhankelijk van waren, ook het ontwerp dat Mgr. Parente had opgesteld).
- dat men speciaal rekening zou houden met het ontwerp Parente,
- en ook de andere voorstellen zou raadplegen, t.t.z. het Duitse, de Franse teksten en de enorme bundel, in naam van het Chileens episkopaat ingediend, onder redaktie van Comblin.
- dat iedere bisschop een theoloog zou aanstellen: deze zouden dan samen de tekst opmaken, en bij hun besluiten eventueel aangeven om welke redenen zij mogelijk verschillende stellingen zouden aankleven.
Mgr. Charue deelt mij mede dat ik met het voorzitterschap van deze groep belast word. Leden zijn:
- Voor Mgr. Charue: ikzelf
- Kardinaal Léger: M. Nau [= Naud] en Mgr. Lafortune, elk voor een hoofdstuk
- Kardinaal König: K. Rahner
- Kardinaal Browne: P. Gagnebet
- Mgr. Parente: P. Balić, en nadien Schauf
- Mgr. Garrone: P. Daniélou, en nadien Congar
- Mgr. Schroeffer: Thils en nadien Moeller
Zie ook: Schema van Philips wordt basis voor Constitutie over de Kerk
18 FEB '63 | Een periode van intens werk en verstrekkende betekenis begint
Telefonisch krijg ik van Thils het bericht dat de kardinaal ons beiden te Mechelen verwacht. Wij zijn er naartoe gegaan op maandag 18 februari. De kardinaal zegt mij dat hij mijn tegenwoordigheid te Rome, waar de commissies die week zullen vergaderen, nuttig acht, doch het blijft bij zeer algemene aanduidingen.
Ook nadien heb ik nog geaarzeld, en dan toch besloten, na een aantal dringende politieke vergaderingen, naar Rome af te reizen op vrijdag [22] februari. Dit besluit verheugt vooral Mr. Moeller, die als expert van kardinaal Léger, 20 februari, woensdag naar Rome vertrokken is. Ook Thils is al weg voor het Sekretariaat, in ’t College te Rome vind ik Mgr. Charue, voor de Theologische Commissie en de Mixta, Mgr. De Smedt voor het Sekretariaat en de Mixta, Mgr. van Zuylen voor zijn commissie, waar ik praktisch niets over verneem, en Mgr. Daem voor de Commissie De Studiis. Hier begint een periode van zeer intens werk en van verstrekkende betekenis.
13 JAN '63 | Onverwacht bezoek van Thils, De Smedt en Congar
Op zondag 13 januari krijg ik onverwacht bezoek, geregeld door prof. Thils, van Mgr. De Smedt, P. Congar en Thils zelf. Zij stellen een aantal verbeteringen voor aan mijn eerste Latijnse schemabewerking, tekst die in de Franse redactie reeds enigszins verbeterd werd. Ik weet niet wie dit initiatief genomen heeft, noch ook of het enig nut zal hebben, doch ik heb de tekstverbeteringen nauwkeurig opgesteld, en ook aan de kardinaal doorgezonden, die geen antwoord geeft.
01 DEC '62 | Dit incident is voor mij het pijnlijkste geweest
Deze [Pater Gagnebet] deelt mij later mee dat hij mij bij kardinaal Ottaviani in bescherming genomen heeft, doch dit is waarschijnlijk geschied nadat kardinaal Ottaviani op de conciliezitting zelf luid tegen het nieuwe schema geprotesteerd heeft.
Dit incident is voor mij het pijnlijkste geweest. Kardinaal Ottaviani zei: "Audiant om nes" nog vóórdat de tekst De Ecclesia werd bekendgemaakt, was er al een ander ontwerp verspreid. .... In elk geval beschrijft hij mijn werk als een unfair en onaannemelijk procédé. Ik kan mij niet verantwoorden: wij hebben noch sprekersrecht noch sprekersmogelijkheid...
19 NOV '62 | De bisschop van Brugge is een soort "enfant terrible"
De bisschop van Brugge is een soort "enfant terrible" voor de rechterzijde. Hij sprak zeer vrij en met zijn volle gemoed en werd herhaaldelijk door de vergadering toegejuicht. Zijn mededeling namens het Secretariaat voor de Eenheid, dat namelijk de Theologische Commissie herhaaldelijk de samenwerking had afgewezen, sloeg zeer diep in, en is wellicht voor de uitslag van de stemming doorslaggevend geweest.
[Naar aanleiding van de toespraak van de toespraak van Mgr. De Smedt over het schema De fontibus revelationis]
15 OKT '62 | De gedachte neemt vorm dat ik De Ecclesia zou herschrijven
De gedachte neemt vorm dat ik het schema De Ecclesia zou herschrijven, in een knappere structuur en in een meer open geest. De bisschoppen achten het geschikt een tekst bij de hand te hebben, die zij bij de bespreking over het kerkprobleem onmiddellijk zouden kunnen voorleggen.
Mgr. Heuschen, wellicht ook nog anderen, suggereren aan de kardinaal mij te vragen zulk een tekst op te stellen. Ik wacht af. Na korte tijd vraagt mij de kardinaal inderdaad die opdracht waar te nemen, en het schema naar eigen vrij inzicht te herwerken, mits contact te nemen met andere theologen, die hij mij noemt. Dit om dubbele initiatieven te voorkomen...
De medewerkers zijn Congar, Lécuyer, Colombo, die ook tot de voorbereidende commissie behoord hebben, plus daarbij K. Rahner, Ratzinger, Semmelroth. Mgr. McGrath voegt zich bij de groep. Ik heb ook contact met Cerfaux die een kort ontwerp te schrift stelt voor het 1e hoofdstuk over het mystiek lichaam; met Onclin, over vragen betreffende rechtsmacht, lidmaatschap,enz. Ik weet niet meer of Thils er ook bij was.
11 OKT '62 | De bisschoppen zullen nu op het concilie "durven" spreken
De toespraak van de paus is buitengewoon kenschetsend: er is in de houding van het hoogste gezag een kapitale wending aanwezig: van veroordeling naar begrip en barmhartigheid; van hardheid naar voorkomendheid; van geslotenheid naar openheid; van macht naar liefde. De bisschoppen zullen nu ongetwijfeld op het concilie "durven" spreken.