![]() Over de goddelijke openbaring - Dei Verbum![]() ![]() Constitutie over goddelijke openbaring, Dei Verbum De Latijnse naam Dei Verbum, Woord van God, verwijst zoals gebruikelijk is voor Vaticaanse documenten naar de eerste woorden van de tekst. Wie ligt er wakker van de bronnen van de openbaring?
|
Inleiding |
1 De openbaring zelf |
1 De openbaring zelf
2 Door deze openbaring spreekt de onzichtbare God uit de overvloed van zijn liefde de mensen aan als zijn vrienden en gaat met hen om, om hen uit te nodigen tot de gemeenschap met Hem en hen daarin op te nemen.
2 Het doorgeven van de goddelijke openbaring |
2 Het doorgeven van de goddelijke openbaring
7 Opdat voortdurend het evangelie ongerept en levend in de kerk bewaard zou blijven, hebben de apostelen bisschoppen als opvolgers nagelaten, aan hen ‘hun eigen leraarsplaats overleverend’.
8 Het inzicht zowel in de overgeleverde werkelijkheden als in de overgeleverde woorden groeit: door de beschouwing en de studie van de gelovigen, die dit alles in hun hart bewaren, door het innerlijk begrip van de geestelijke dingen, dat zij ervaren, door de verkondiging van hen, die met de opvolging in het bisschopsambt de betrouwbare geestesgave van de waarheid ontvangen hebben.
9 De Heilige overlevering en de Heilige Schrift zijn onderling nauw verbonden en hebben aan elkander deel. Want beide stromen voort uit dezelfde goddellijke oorsprong, vloeien als het ware ineen en zijn op het zelfde doel gericht.
10 Het leraarsambt van de Kerk staat niet boven het woord Gods, maar dient het.
3 De goddelijke inspiratie van de heilige Schrift, en de schriftverklaring |
3 De goddelijke inspiratie van de heilige Schrift, en de schriftverklaring
11 De gehele Schrift is door God ingegeven en nuttig om te onderrichten, te weerleggen en te verbeteren en op te voeden tot gerechtigheid.
12 Aangezien God in de Heilige Schrift door mensen op menselijke wijze heeft gesproken, moet de schriftverklaarder, om te doorzien wat God ons heeft willen meedelen, aandachtig onderzoeken wat de gewijde schrijvers werkelijk bedoeld hebben uit te drukken en wat God door hun woorden heeft willen bekendmaken. Om de bedoeling van de gewijde schrijvers te achterhalen, moet onder andere gelet worden op de literaire genres.
4 Het Oude Testament |
4 Het Oude Testament
16 God, die de ingever en auteur is van de boeken van beide Testamenten, heeft het in zijn wijsheid zo beschikt, dat het nieuwe verbond in het oude verbond verborgen lag, en in het nieuwe het oude werd ontsloten.
5 Het Nieuwe Testament |
5 Het Nieuwe Testament
18 Het ontgaat niemand, dat onder alle geschriften, ook van het Nieuwe Testament, de Evangelieën terecht uitmunten. Zij zijn immers het voornaamste getuigenis over het leven en de leer van het vleesgeworden woord, onze heiland.
19 De gewijde auteurs hebben bij het schrijven van de evangelieën uit het vele dat mondeling of reeds schriftelijk was overgeleverd, bepaalde dingen uitgekozen en bepaalde dingen tot een geheel samengevoegd of met het oog op de toestand van de kerken uitgelegd.
6 De heilige Schrift in het leven van de Kerk |
6 De heilige Schrift in het leven van de Kerk
21 De kerk heeft de goddellijke geschriften, samen met de heilige overlevering, steeds aanvaard en aanvaardt hen als haar hoogste geloofsregel. Alle kerkelijke prediking en de christelijke godsdienst zelf moeten derhalve door de heilige Schrift gevoed en beheerst worden.
22 De toegang tot de heilige schrift moet voor de christengelovigen wijd openstaan.
22 Omdat het woord van God aan alle tijden ter beschikking moet staan draagt de kerk er moederlijk zorg voor dat er in de verschillende talen geëigende en juiste vertalingen gemaakt worden, vooral uit de oorspronkelijke teksten van de heilige boeken.
22 Wanneer vertalingen van de heilige boeken ook in samenwerking met de afgescheiden broeders gemaakt worden, kunnen deze vertalingen door alle christenen gebruikt worden.
23 De heilige kerkvergadering moedigt de kinderen van de kerk die de bijbelwetenschap beoefenen aan, om hun succesvol ondernomen werk toegewijd volgens het gevoelen van de kerk te blijven vervullen.
24 De heilige theologie steunt op het geschreven woord Gods, samen met de heilige overlevering, als op haar blijvende grondslag.
25 Alle christengelovigen moeten graag tot de heilige tekst zelf gaan, of door de heilige liturgie, of door vrome lezing, of door geëigende instellingen en andere hulpmiddelen.
26 Moge door de lezing en de studie van de heilige boeken, het woord Gods zijn luisterrijke loop volbrengen en de aan de kerk toevertrouwde schat van de openbaring meer en meer de harten van de mensen vervullen.
26 Zoals het leven van de kerk wasdom ontvangt uit de veelvuldige deelneming aan het eucharistisch mysterie, zo mogen wij ook een nieuwe impuls voor het geestelijk leven verhopen uit de toeneming van de verering voor het woord Gods, dat blijft in eeuwigheid.
Slot |
Uit de akten van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie |