Over dit project

50 jaar geleden vond het Tweede Vaticaans Concilie plaats. Een historische gebeurtenis van wereldformaat én een spannend verhaal. Zonder het Concilie is de Kerk van gisteren, vandaag en morgen niet te verstaan.

Herbeleef dag na dag het Concilie zoals het 50 jaar geleden gebeurde. Volg de actualiteit op de voet en neem deel aan het debat op Facebook.

Volgconcilie is een initiatief van het Studiecentrum Kerk en Media vzw met medewerking van

Bronnen 

We danken volgende organisaties voor hun toestemming om materialen uit hun collecties te gebruiken op VolgConcilie:

  • Aartsbisschoppelijk Archief Mechelen 
  • Bisdom Brugge
  • Braambos
  • Centrum voor Conciliestudie Vaticanum II, KU Leuven
  • Commons.wikimedia.org
  • Halewijn
  • KADOC, KU Leuven
  • Katholiek Documentatie Centrum, Radboud Universiteit Nijmegen
  • Katholische Nachrichten-Agentur, Bonn,
  • Luce
  • Omroep RKK
  • RKDocumenten.nl
  • Diverse privécollecties

We hebben getracht alle rechthebbenden op copyright te bereiken. Mochten er toch illustraties zijn opgenomen zonder voorkennis van rechthebbenden, dan worden zij verzocht contact op te nemen met de uitgever: Studiecentrum Kerk en Media vzw, Halewijnlaan 92, 2050 Antwerpen

Medewerkers 

  • Bart Benats: redactie
  • Dirk Bielen: ontwerp
  • Dries Bosschaert: redactie
  • Dirk Claes: redactie
  • Jo Cornille: redactie
  • Peter De Mey: redactie
  • Koen De Wit: ontwikkeling
  • Leo Declerck: redactie
  • Adelbert Denaux: redactie
  • Sim D’Hertefelt: coördinatie, concept & redactie
  • Siegert Dierickx: google analytics
  • Stefaan Franco: redactie
  • Erik Galle: videoarchief, audio
  • Paul Hamans: redactie
  • Kris Jacqmain: audio
  • Gerard Kruis: redactie
  • Mathijs Lamberigts: redactie
  • Michael Moras: ontwerp assistentie
  • Pieter Nolf: stuurgroep
  • Toon Osaer: stuurgroep & redactie
  • Joris Polfliet: redactie
  • Bert Pollet: motion design
  • Patricia Quaghebeur: fotoarchief
  • Karim Schelkens: wetenschappelijke leiding, redactie
  • Marleen Stas: ontwerp, testing
  • Maria ter Steeg: redactie
  • Audrey Van den Bremt: publishing
  • Ton van Eijk: redactie
  • Lieve Van Hoofstadt: stuurgroep
  • Lennie van Orsouw: fotoarchief
  • Ton van Schaik: redactie
  • Loes van Woudenberg: videoarchief
  • Peter Vande Vyvere: redactie
  • Gerrit Vanden Bosch: redactie
  • Vanessa Vanhove: stem
  • Kim Vanpuyenbroeck: audio
  • Andy Vanvoorden: ontwerp
  • Alexis Vermeylen: fotoarchief
  • Luc Vints: fotoarchief
  • Koen Vlaeminck: stuurgroep
  • Barend Weyens: motion design
  • Henk Witte: redactie

Bedankt! We hebben je bericht goed ontvangen.

Een link naar deze pagina is goed verstuurd.

Het e-mailadres is niet juist. Probeer het opnieuw.

Contact

Sorry, deze mogelijkheid is niet langer beschikbaar.

Sorry, deze mogelijkheid is niet langer beschikbaar.

Leo Suenens

Geboren in Elsene (België) in 1904. In 1940 aangesteld tot vice-rector van de K.U.Leuven. Hulpbisschop in 1945 en in 1961 aartsbisschop van Mechelen. Maart 1962 wordt hij kardinaal. Uitmuntend diplomaat en organisator. Meer een tacticus dan een theoloog. Na het Concilie vooral bekend als promotor van de charismatische vernieuwing. Overlijdt in Brussel in 1996.

Heeft een grote invloed op het verloop van het Concilie als lid van de Centrale voorbereidende commissie en van de Coördiniatiecommissie. Bepaalt grotendeels de agenda van de eerste zittijd. Na de eerste zittijd wordt hij één van de vier moderatoren. Heeft een grote inbreng in de documenten over de Kerk.

 

Onderstaand Conciliedagboek is samengesteld uit brieven en de memoires die Suenens begin 1966 dicteerde.

Conciliedagboek

Alles tonen

08 DEC '65 | Concilie is als lente van begin april, er kan nog nachtvorst zijn

Mijn enige slottussenkomst op het Concilie heeft erin bestaan tijdens de allerlaatste sessie [op 6.12], in naam van de hele Vergadering, Mgr. Felici te bedanken voor zijn werk en ook alle bedienden, al diegenen die hebben bijgedragen aan het materiële en administratieve welslagen.

Ik denk dat het een redelijk amusante speech was, die tegelijkertijd hulde bracht aan iemand die gedurende vier jaar onverbiddelijk de tegenstander was van alle ideeën die wij verdedigden. Hij was vierentwintig uur op vierentwintig gekant tegen de tendensen van het Concilie, hij heeft zich werkelijk met een volgehouden hardnekkigheid verweerd, gebruik makend van alle procedures van het reglement tegen ons, nooit aflatend tenzij tegen overweldigende meerderheden, altijd pogend zijn standpunt te doen zegevieren.

Hij heeft alle grote veldslagen op het vlak van conciliediscussies verloren, maar hij is zeker en vast een bijzondere steun geweest voor het conservatieve gedeelte, dat op hem steunde en dat ook op kardinaal Cicognani steunde, die bij elke gelegenheid de extreem conservatieve tendens was toegedaan en die een uitermate belangrijke positie bekleedde.

Om deze vierde sessie te besluiten, herinner ik mij een ogenblik dat werkelijk zeer aangrijpend was: het moment dat men voor de laatste keer dit Concilie voorzat dat men gedurende vier jaar intens beleefd had en waarop een Amerikaanse protestantse observator, me aan mijn tafel kwam opzoeken en me een zin toefluisterde die blijk gaf van veel cultuur bij een vreemdeling. Hij heeft me gezegd: "Dus de laatste klas". Een allusie op “Le Petit Chose” van Daudet. Het was werkelijk in een klimaat van grote sympathie en een vleugje melancholie dat we die pagina van de geschiedenis hebben beëindigd, om ze vervolgens de twee volgende dagen spectaculair af te ronden, met die uitzonderlijk aangrijpende ceremonie in Sint-Paulus-buiten-de-muren, met de verzoening tussen Athenagoras en de Heilige Vader, door het opheffen van de excommunicatie.

Toen die excommunicatie was opgeheven heb ik niet aan de verleiding kunnen weerstaan om mijn plaats te verlaten om Mgr. Scrima te gaan omarmen. Hij was praktisch de mandataris van Athenagoras en hij had de hele opheffing van de excommunicatie voorbereid. Al hem omarmend, en hem feliciterend en al hem dankende voor al wat hij gezegd en gedaan had om dit te bewerkstelligen. Ik herinner niet meer de zin die ik hem zei, maar wel de zijne, hij heeft me geantwoord: "Onze God is groot!".

Ik denk dat men met die woorden deze vierde sessie van het Concilie kan besluiten, dat vervolgens is beëindigd op het Sint-Pietersplein, met de boodschappen die wij in naam van de Heilige Vader - zes, zeven kardinalen - tot de wereld gericht hebben in verschillende vormen. Het is ongetwijfeld de paus zelf geweest die ze heeft geschreven, in elk geval was de tekst mij de avond voordien bezorgd, ik heb hem evenwel maar laat in de nacht gezien, om hem de volgde dag uit te spreken. Ik weet werkelijk niet waarom het mij toekwam om de toespraak te houden voor de kunstenaars en de schrijvers, het is ongetwijfeld een allusie op de verschillende boeken die ik schreef. Ik zou er de voorkeur aan gegeven hebben om het woord te kunnen richten tot de vrouwen en de religieuzen of iets dat aan onze stelling had kunnen herinneren.

In elk geval was dat een neutraal thema en het was het einde van het Concilie voor wat mij betreft....

Het Concilie is afgesloten in dit perspectief van grote openheid van de Kerk op de wereld.

Ik geloof dat de interne dialoog, de oecumenische dialoog en de dialoog met de wereld op een onomkeerbare wijze gevestigd is.

Wanneer men me vroeg: "is het Concilie een succes?", heb ik geantwoord: "wel, het Concilie wilde een lente zijn, als u me vraagt is het Concilie een lente, dan antwoord ik ja, het is een lente in de Kerk; als u me vraagt of het een lente is in de maand mei, of een ontluikende lente begin april, dan zal ik antwoorden, dat het een lente is begin april waarbij er nog nachtvorst kan zijn. De toekomst zal uitwijzen of we naar een mooie ontwikkeling gaan. Alles lijkt er op te wijzen. De weg kan lang zijn zei Mgr. Camara, "De duivel waart rond het Concilie, mocht hij niet rond het Concilie waren dan zou hij een stommerik zijn". Het is zeker dat we vandaag een spel van licht en schaduw in de Kerk meemaken. De Kerk heeft de belofte van het Eeuwig Leven maar de Heer heeft nooit beloofd dat ze zou verschoond blijven van stormachtige winden en van wervelwinden. We gaan vooruit in het tweede millennium van de Kerk met het vertrouwen dat de Heer er is, dat Hij doorheen het Concilie grote zaken gedaan heeft en dat de horizon geopend is voor het ontvouwen van de Heilige Geest in de komende eeuwen.

Ontdek meer: Slotplechtigheid met boodschappen aan de wereld

07 NOV '64 | Dat is een erg dramatisch moment geweest

Dat is een erg dramatisch moment geweest, in die zin dat de Paus tenslotte het schema over de missies had gepatroneerd en dat we de dag na zijn interventie met z'n allen, ik denk met 16 op 17, het schema verworpen hebben.

Er was het feit dat de missiebisschoppen aan de Europese bisschoppen, aan enkelen onder hen en aan de kardinalen in het algemeen, hadden gevraagd om de zaak te willen bepleiten. Het is daarom dat ik in naam van het Afrikaanse en Aziatische episcopaat ben tussengekomen om enkele tekorten in dit schema over de Missies te onderstrepen, dat verworpen werd. 

29 OKT '64 | Grote ontevredenheid van de Heilige Vader over deze toespraak

Na een eerste evolutie was hij [Paulus VI] op dit standpunt gebleven, maar hij had niet de intentie om verder te gaan. Zozeer zelfs dat het consigne gegeven was om het onderwerp van de birth-control niet op het Concilie te behandelen. Kardinaal Agagianian, die voorzitter was op het moment dat het onderwerp zou behandeld worden, had een tekst voorbereid waarin hij meedeelde de bisschoppen te zullen vragen het onderwerp [van de geboorteregeling] niet te behandelen.

Ik heb hem gezegd het niet eens te zijn met zijn tekst en heb hem gewijzigd, zeggende: We zullen het onderwerp behandelen, maar enkel de algemene principes, zonder in detail te treden. Hij heeft dat aanvaard. De andere moderatoren hebben het ook aanvaard en het is die zin die hij uitgesproken heeft, wat ons toeliet om tussenkomsten te houden tijdens het concilie.

Ik weet niet in welke mate dit de geautoriseerde interpretatie was van de richtlijn van de Heilige Vader, het was trouwens gezegd tijdens een gesprek, het was strikt genomen geen bevel, maar het was zeker de wil van de Heilige Vader om daarover te zwijgen.

Met de verschillende kardinalen Maximos, Léger, Alfrink, zijn we daarop achtereenvolgens tussengekomen. Wat ik wil zeggen, en wat niet publiek is, is de grote ontevredenheid van de Heilige Vader ten gevolge van deze toespraak.

Dezelfde morgen nog is Mgr. Colombo onmiddellijk naar de Paus vertrokken. We hebben hem trouwens helemaal opgewonden gezien op de tribune waar hij zich toen bevond en Colombo heeft onmiddellijk naar Mgr. Philips gebeld om te zeggen dat de tekst in hogere kringen helemaal niet op prijs werd gesteld. Omdat er van mijn kant niets gebeurde, kreeg ik vervolgens het bezoek van kardinaal Agagianian, die door de Heilige Vader belast was mij te zeggen hoezeer hij ongeveer alles betreurde: de toon, de vorm, de tekst, enz... en vroeg om het onderwerp opnieuw te behandelen en op mijn standpunt terug te komen, enz...

Ik heb vervolgens een audiëntie bij de Heilige Vader gevraagd en tijdens die audiëntie, die de meest koele was die ik ooit gehad had - de enige overigens -, was de ontevredenheid duidelijk zichtbaar. Hij vroeg een soort van herroeping, een intrekking, nochtans zeggende: "Ik vraag u geen herroeping", maar hij vroeg ze niettemin en het was zonder pardon, zeggende dat men zoiets niet verwachtte van een moderator, dat het een gebrek aan oordeelsvermogen was zo'n stelling te hebben verdedigd.

Enkele dagen later heb ik het onderwerp hernomen op het concilie, maar op zo'n manier dat niemand er een herroeping kon in zien. Ik heb eenvoudigweg herhaald wat gezegd was, onderstrepend dat men het niet zo of zo moest begrijpen. Ik denk dat de vergelijking van de twee teksten duidelijk maakt dat de tekst identiek gebleven is.

Ik heb over de zaak niet meer horen praten. Ik heb me onthouden er opnieuw over te spreken met de Heilige Vader, of er met Agagianian over te praten en wanneer ik op mijn plaats teruggekomen was heeft kardinaal Döpfner me gezegd: U hebt dat met grote waardigheid gedaan en vervolgens zei hij me, sprekend over Agagianian: Zoiets zal hem nooit overkomen.

Ontdek meer: Voortplanting of liefde hoofddoel van huwelijk?

17 SEP '64 | Ik wist dat ik onze theologen zou kwetsen

Ik ben tussengekomen in het debat over de concilietekst m.b.t. de Heilige Maagd om te vragen dat die zou versterkt worden. Ik wist dat ik onze theologen zou kwetsen door me daar mee in te laten. Maar ik heb geoordeeld dat het mijn plicht was te moeten zeggen dat de tekst minimaliserend was, in die zin dat de rol van Heilige Maagd in het verleden sterk benadrukt werd - men gaf alle Schriftteksten over haar - maar dat haar rol als spirituele moeder voor vandaag te zeer beperkt werd. Dat was de eerste bemerking.

De tweede was dat men geen enkele band zag tussen Maria en het apostolaat en dat ik zou gewild hebben dat men aantoont hoe het spirituele moederschap van Maria voortgezet wordt in het moederschap van de Kerk en dat dit sterk zou benadrukt worden door de band tussen beide aan te tonen. Na wat rumoer, deze keer vanwege mijn vrienden, heeft - ik geloof kardinaal Alfrink - geprobeerd dit te weerleggen door te zeggen dat het niet ging om te vermeerderen, noch om te minimaliseren, maar om het vinden van de waarheid.

Gedicteerd begin 1966

Ontdek meer: Suenens klaagt mariaal minimalisme aan

19 SEP '63 | Nu al wordt geprobeerd om de rol van de moderatoren in te perken

Het lijkt mij uitermate gevaarlijk voor het goed functioneren van de vier gedelegeerden-moderatoren indien wij zouden moeten deelnemen aan de vergaderingen van de Coördinerende Commissie zolang de Heilige Vader onze precieze positie ten aanzien van de Commissie niet naar behoren heeft uitgeklaard.

Zou Zijne Heiligheid de vier gedelegeerden niet kunnen ontvangen in de namiddag van 25 september? Wat mij betreft: ik kom in Rome aan rond 14u. Deze audiëntie zou ons in staat stellen rechtstreekse richtlijnen te krijgen van Zijne Heiligheid en onze rol te bepalen. Zo niet zullen we verdrinken in deze Coördinerende Commissie, die op een slinkse manier en om externe redenen (“in obliquo et ab extrinseco”) beslissingen dreigt te nemen over vitale pastorale kwesties die vooraf door de groep van vier in alle openheid moeten worden onderzocht omwille van hun intrinsiek belang (“in recto et ab intrinseco”).

Alleen al de schikking van de plaatsen rond de vergadertafel van de Commissie dreigt van bij de aanvang de indruk te wekken dat de Coördinerende Commissie een orgaan is dat hoger in rang staat dan de vier [moderatoren] en dat die laatste er alleen maar een uitvloeisel van zijn. Nu al wordt geprobeerd – ik heb het zelf gehoord – om de rol van de vier [moderatoren] in die zin in te perken. Men voelt langs verschillende kanten dat men de taak die de gedelegeerden [moderatoren] is toevertrouwd tot een minimum wil beperken. Elke schijn hiervan zou de feitelijke negatie zijn van wat mij de ware bedoeling van Zijne Heiligheid lijkt te zijn.

Brief aan Monseigneur Dell’Acqua, Staatssecretaris