22 OKT '64 | Wie heeft "dogmatisch" uit de titel geschrapt?
’s Middags Theologische Commissie. (…) Men struikelt over het voorstel, om in de tekst uit te spreken, wat nu eigenlijk de dogmatische waarde van de Constitutie [over de Kerk] is. Spanedda vraagt: Wat moet ik mijn mensen zeggen?, en ontketent daarmee een debat van anderhalf uur en nog groter verwarring. Op een gegeven moment verklaart Tromp, om Salaverri bij te vallen: Het is geen dogmatische constitutie, het Concilie wil pastoraal zijn; daarom is ook het woord dogmatica in het opschrift nu weggelaten. Dan vraagt Charue: door wie is dat weggelaten, en het wordt een algemeen geroep: Quis mutavit? [Wie heeft het veranderd?] Ottaviani wil dan plotseling verder gaan: De zaak is nu wel duidelijk. Maar Charue insisteert: De titel moet terugkomen, en wie heeft hem veranderd? Philips: Ik weet er absoluut niets van. Ottaviani: Geen bezwaar tegen herstel van de titel; wie hem veranderd heeft, moet worden uitgezocht. Het is duidelijk, en na de vergadering zegt Molari het me uitdrukkelijk: door Tromp of Fazzolini (wie is dat?) ; in de drukproef stond het wel. Het is van Tromp toch wel ongelofelijk onhandig of brutaal, eerst de titel op eigen houtje te veranderen (Molari zegt ook, dat Ottaviani werkelijk van niets wist, en dat lijkt ook plausibel, gezien zijn reactie), en die verandering dan later als argument te gebruiken.(…) De algemene opvatting is duidelijk deze: geen definitie, maar wel doctrina catholica [katholieke leer], voor dingen die echt geleerd worden.
In de Aula heeft Heenan vanmorgen opschudding verwekt door een felle aanval op Schema XIII en op de periti [deskundigen]. In de periode tussen de zittingen heeft de Kerk veel schade geleden door uitlatingen van periti, die het gewone leergezag van de bisschoppen en de Paus voor niets houden. De echte periti hebben ontbroken, en de periti mogen dan eenvoudig zijn als duiven, zij zijn mensen die in hun kloostercellen en studeerkamers leven, en de wereld niet kennen. Hij vraagt om een nieuwe commissie, die drie of vier jaar werkt, en waarin leken en zielzorgers zitten. Het pijnlijke is, dat Heenan duidelijk op Häring [de moraaltheoloog Bernhard Häring] doelt, die een interview heeft gegeven over de pil, waarin hij het herderlijk schrijven van de Engelse bisschoppen bekritiseerde. Charue dient hem even later reeds van antwoord, die het voortreffelijke werk van de periti prijst.