Terwijl achter de schermen de procedurestrijd over de opiniepeiling voortwoedt, debatteren de Concilievaders over hoofdstuk 4 van het schema over de Kerk. Dat gaat over de roeping tot heiligheid en het religieuze leven.
Heiligheid van de leken meer benadrukken
De Canadese kardinaal Léger waardeert dat het schema de roeping tot heiligheid niet beperkt tot de religieuzen, maar vraagt toch dat een stap verder gezet wordt. Tweederde van de tekst gaat immers wél over de religieuzen zodat het niet meer helemaal duidelijk is dat de roeping tot heiligheid de héle kerk betreft.
Veel te lang is het kloosterleven beschouwd als de enige, echte heiligheid in de kerk, waardoor deze onbereikbaar werd voor de seculiere priesters en voor de leken. Het hoofdstuk moet verder gaan en ook de heiligheid benadrukken van de leek in zijn huwelijksleven, in zijn gezin, in zijn werk en in al zijn activiteiten. Er kan geen waarachtige lekenspiritualiteit tot stand komen, zolang de leken niet in groter aantal aan het intellectuele leven in de kerk deelnemen. Leken moeten theologische graden kunnen halen en doceren aan seminaries.
Kardinaal Cento vraagt dat meer aandacht zou gaan naar de heiligverklaring van leken. Maar hij wil ook dat het hoofdstuk meer aandacht besteedt aan de gemeenschap van de heiligen en de relatie tussen de heiligheid op aarde en de heiligen in de hemel.
Onderscheid tussen heiligheid op aarde en in de hemel
Het hoofd van het Secretariaat voor de eenheid, kardinaal Bea, heeft zware kritiek. Volgens hem is er onvoldoende onderscheid gemaakt tussen de heiligheid van de pelgrimerende kerk op aarde en de heiligheid van de kerk in de hemel aan het einde der tijden. De pelgrimerende kerk op aarde is nooit volmaakt heilig zoals de kerk in de hemel aan het einde der tijden dat wel zal zijn.
Het is niet reëel om alleen maar over een kerk van heiligen te spreken, omdat de kerk uit zondaars bestaat zolang zij op aarde is.
Ook de Oostenrijkse bisschop Stefan Laszlo dringt hier in een schriftelijke opmerking op aan:
De theologie schijnt een Kerk van heiligen te beschrijven, maar het leven zelf schijnt een Kerk van zondaars te tonen.
- Wij mogen niet zwijgen over de zonde in Gods heilige Kerk en ook in haar hiërarchie; daarom moet er gelijkelijk gesproken worden over de heerlijkheid maar ook over de zondigheid van het volk Gods.
- Wij mogen niet overal uitsluitend de eenheid van de Kerk met Christus benadrukken, maar moeten ook spreken over het van Christus verwijderd zijn van de pelgrimerende en boetende Kerk van Christus, die de Heer van de Kerk is en de enig Heilige.
- Wij moeten er uitdrukkelijk over spreken, dat de Kerk altijd weer hervormd moet worden, zoals de Paus gezegd heeft in zijn toespraak op 29 september van dit jaar: die voortdurende hervorming, waaraan de Kerk zelf steeds behoefte heeft, inzover zij een menselijke en aardse instelling is.
- En tenslotte: in de geest van de pauselijke toespraak als inleiding van de tweede zitting van het Concilie, moeten wij uitdrukkelijk de medeverantwoordelijkheid van onze Kerk en haar mede-schuldig-zijn erkennen aan de verdeeldheid onder de christenen.