Van 16 tot 30 september stemmen de Concilievaders over de verschillende hoofdstukken van het schema over de Kerk.
Geen nieuw debat
De Concilievaders zullen over de nieuwe teksten stemmen zonder nieuw debat. Wel wordt telkens de relatio voorgelezen: het verslag van de manier waarop de Doctrinele commissie rekening gehouden heeft met de gevraagde wijzigingen. Over hoofdstuk 3 worden 4 verslagen voorgelezen. 1 kritisch verslag dat het minderheidsstandpunt uiteenzet. En 3 verslagen die verschillende onderdelen van de nieuwe tekst uiteenzetten en steunen.
Ingewikkelde stemprocedure
Over sommige hoofdstukken wordt meerdere keren gestemd. Eerst over specifieke onderdelen en vervolgens over het hoofdstuk als geheel. Het controversiële hoofdstuk 3 over de collegialiteit krijgt zelfs 39 stemrondes.
Over onderdelen kunnen de Concilievaders akkoord (placet) of niet akkoord (non placet) stemmen. Bij de stemming over een heel hoofdstuk zijn er 3 keuzes: akkoord, niet akkoord en akkoord mits wijziging (placet iuxta modum). Concilievaders die het laatste kiezen, moeten een tekst indienen met de voorgestelde wijziging, de zogenaamde modus (mv. modi).
Keurt 2/3 van de vergadering een hoofdstuk goed, dan kan de Doctrinele commissie geen modus aanvaarden die tegen de zin van de tekst ingaat. Maar ze moet dus wel alle modi onderzoeken.
Modi-oorlog van de minderheid
Concilievaders die zich heftig kanten tegen de collegialiteit, ontdekken al snel dat ze een kleine minderheid vormen en dat alle artikels over de collegialiteit vlot een 2/3 meerderheid achter zich krijgen. Het meest controversiële artikel gaat over de sacramentele oorsprong van de 3 bisschoppelijke functies: heiligen, verkondigen en besturen. Daar zijn 328 tegenstemmen op een totaal van 2247, net geen 15%.
Het verzet van de minderheid verlegt zich dan naar 2 fronten: druk uitoefenen op Paulus VI en zoveel mogelijk modi indienen.
Ondanks de 2/3 meerderheid voor alle hoofdstukken, worden 15.000 modi ingediend. 6.000 gaan over het omstreden hoofdstuk 3. Secretaris van de Doctrinele commissie Tromp zit met de handen in het haar. Hij acht het onmogelijk om die stortvloed te verwerken tijdens de 3e zittijd. Precies waar de minderheid op rekent.
Heuschen brengt redding
Door dag en nacht te werken en een strak werkproces slaagt Heuschen in de loop van oktober in de huzarenklus.
- Hij laat alle modi overbrengen naar het Belgisch college.
- Een groep studenten van het college krijgt de opdracht om de modi te klasseren.
- Een kleine werkgroep vergadert in het Belgisch college en stelt voor wat er met de modus of een groep van modi moet gebeuren. Behalve Heuschen gaat het om Charue, Tromp, Philips en de voorzitter van de subcommissie die handelt over de betreffende tekst.
- Heuschen typt het voorstel ‘s avonds uit op stencil.
- ‘s Nachts wordt het voorstel op 60 exemplaren gepolykopieerd op het Belgisch college.
- De volgende morgen bespreekt de voltallige Doctrinele commissie het voorstel. En meestal keurt ze het voorstel massaal goed.
- Het verslag van de verwerking (expensio modorum) wordt afgedrukt en samen met de nieuwe tekst aan de Concilievaders bezorgd. Voor hoofdstuk 3 beslaat het verslag meer dan 50 pagina’s.
- De Concilievaders stemmen ten slotte over het hoofdstuk met akkoord of niet akkoord.
Heuschen getuigt
Hier is misschien het ogenblik gekomen om mijn werkzaamheden in verband met de "expensio modorum" te vertellen. Dit is mijn voornaamste taak geweest tijdens Vaticanum II … het werk aan de modi hield me vaak wakker tot 1 uur in de nacht, terwijl we 's morgens om 5.30 moesten opstaan…. De eerste opgave bij het behandelen van de modi was een klassificatie van de amendementen volgens de volgorde van de tekst. Eens klaar met de klassificatie bracht ik de teksten voor bespreking naar Mgr. Philips. Het beantwoorden van de modi was een kunst….Dan typte ik de antwoorden van Mgr. Philips direct op stencil. Pater Congar en Moeller waren mijn geburen. Zij noemden mij "la mitraillette" omdat het geratel van mijn schrijfmachine hen meermals laat in de nacht wakker hield
Ik kan moeilijk inschatten hoeveel amendementen ik tijdens het concilie heb verwerkt .. Dat zeer hoge cijfer vindt onder meer zijn verklaring in het feit dat de groep van Mgr. Lefèvre en de Braziliaanse bisschop van Diamantino [de Coetus internationalis Patrum] bij elke betwiste tekst 300 tot 320 dezelfde gestencilde antwoorden indienden
Concilieherinneringen
Het heeft heel wat diplomatie gekost om verleden zaterdag een pak "modi" van bij Pater Tromp mee te krijgen naar het Belgisch college; we hebben er dan twee dagen lang met man en macht aan gewerkt en konden hem maandag 2004 "modi" schoon geklasseerd, gegroepeerd, geteld en met de inhoud op fichen gebracht inleveren. Hij stond er werkelijk van te kijken en heeft ons dan maandag zelf gevraagd of we hem niet verder konden helpen. Deze morgen waren we klaar met onze 3.800ste modus, van de 4046 over het eerste deel van hoofdstuk III. Tromp was er werkelijk enthousiast om … Het schoonste is dat Pater Tromp nu kard. König [voorzitter van een subcommissie] in het oor gefluisterd heeft dat hij mij moet vragen om hem te vervangen voor de eerste subcommissie, daar ik de modi ken, zegt Tromp, en het werk met mij zal vooruitgaan. Dat is Kard. König zelf me deze avond komen zeggen.
Brief aan Verjans, 14 oktober 1964
Ik ben zo pas klaar gekomen met de veertien stencils, die ik vandaag getijpt heb, met de tekst van de antwoorden op een deel van de modi. Als we aan dit tempo kunnen doorwerken, krijg ik de zaak voor woensdag volledig af (we hebben er nu een 3.800 beantwoord). en kunnen we het nog in de commissie krijgen voor het einde van de week. Maar het heeft water en bloed gekost.
Brief aan zijn zuster, 24 oktober 1964
We hebben gisteren en ook deze morgen de hele tijd doorgewerkt aan die onoverzichtelijke massa "modi"; de stencil die ik afheb, heeft de 5.200ste behandeld, en aan dit tempo hoop ik tegen het einde van deze week met de 6.000 modi van hoofdstuk III klaar te zijn…
Nu als we het vooropgezette programma afgewerkt krijgen, dan kan de constitutie [Lumen gentium] in de aula gestemd worden voor 21 november. En dan zal het ook een feit zijn dat dit alleen maar mogelijk is geweest, omdat men ze er doorgehaald heeft in het Belgisch college.
Brief aan zijn zuster, 26 oktober 1964