Het 2e deel van het herwerkte schema 13 wordt uitgedeeld in de aula en leidt tot controverse. Nummers 80 en 81 van de tekst veroordelen namelijk niet alleen het gebruik, maar ook het bezit van atoomwapens.
Amerikanen en sommige Belgen zijn tegen
De Amerikaanse bisschoppen zijn tegen zo’n veroordeling omdat het bezit van atoomwapens volgens hen toelaat om de vrede met de Sovjet-Unie te bewaren.
Uit tijdsdocumenten blijkt dat ook de Belgische ambassadeur bij de Heilige Stoel P. Poswick en de Brugse bisschop Mgr. De Smedt tegen zo’n veroordeling gelobbyd hebben.
Wens om vreugde en hoop te zijn voor de wereld haalt het
De Amerikaanse kardinalen Spellman en Shehan roepen aanvankelijk op om non placet (niet akkoord) te stemmen. Na een verklaring van Garrone en Schröffer die de tekst wat afzwakt, wordt het incident bijgelegd en wijzigen Spellman en Shehan hun negatief stemadvies.
Op 6 december krijgt schema 13 nog 251 tegenstemmen. Bij de finale stemming tijdens de publieke zitting op 7 december zijn dat er nog maar 75. 2309 Concilievaders stemmen voor de wens om vreugde en hoop (Gaudium et spes) te zijn voor de wereld.
Belgische ambassadeur bij de Heilige Stoel P. Poswick getuigt
Politiek verslag van 16-11-1965. Bestemmeling Paul Henri Spaak (Belgisch Minister van Buitenlandse Zaken).
...ik slaagde er in om gedurende enkele uren een exemplaar van schema XIII te krijgen en liet het door de diensten van de ambassade kopiëren…
Al vormde de tekst een duidelijke veroordeling van de oorlog en meer bepaald van de oorlog zoals hij zich tegenwoordig in al zijn afschrikking aandient, toch liet de tekst de deur open voor de wettige zelfverdediging. Zoals ik u eerder reeds schreef, werd het document als onvoldoende beoordeeld door een groot aantal bisschoppen, geleid door een belangrijk deel van het Franse episcopaat, voorstanders van een algehele veroordeling van nucleaire wapens, hun stockering en gebruik, niet enkel als afschrikking maar zelfs in geval van wettige zelfverdediging.
Heel recent zou die radicale thesis de overhand hebben gehaald in de commissie die belast is om de tekst te schrijven, die deze week ter stemming zal worden voorgelegd aan de concilievaders en de redactie van de commissie zou een gevaar inhouden, want zelfs als de regeringen van de vrije landen er geen rekening zouden mee houden, toch zou de kracht tot morele weerstand van het christelijk Westen er danig door kunnen beïnvloed worden.
Gisteren, tijdens een conciliediner op de Franse ambassade, heb ik dhr. Jean Guitton, diegene van de observators [sic, =auditeurs] wiens mening het meest gehoord wordt door het Franse episcopaat, ertoe gebracht het standpunt te vervoegen van hen die van oordeel zijn dat de vrije wereld niet zonder verdediging kan blijven ten overstaan van regimes zonder de minste scrupules en voor wie een veroordeling door het concilie geen enkel effect zou hebben. Ik heb ingepraat op kardinaal Feltin en na de maaltijd, in een van de salons van de Franse ambassade verenigd met de kardinaal en enkele Franse bisschoppen, met de Franse ambassadeur, dhr. Guitton en onze landgenoot Mgr. De Smedt, bisschop van Brugge, zijn we ertoe overgegaan de kwestie te onderzoeken en daarbij heeft dhr. Guitton een briljant exposé gehouden dat blijkbaar ieders instemming uitlokte...
Mgr. De Smedt, die tot dan overwogen had om voor de tekst te stemmen, mits bepaalde amendementen (juxta modum, zoals men dat in de concilietaal noemt) heeft me ook verklaard dat hij bereid was om tegen de tekst te stemmen …
Nota van 17-01-1966:
Ik vraag me af of er geen initiatief van mijn kant aan de oorsprong zou liggen van de misplaatste, onhandig en niet ter zake doende tussenkomst van kardinaal Spellman in de zaak van de atoomwapens tijdens het concilie.
Immers, tijdens de eerste presidentiële jacht waarop ik uitgenodigd was, heb ik de kans te baat genomen om aan Reinhardt, de ambassadeur van de Verenigde Staten bij het Quirinaal [toen hadden de USA nog geen ambassade bij de H. Stoel], te vragen of de houding van het Concilie in die zaak zijn regering niet bekommerde. Hij gaf de indruk in die zaak totaal onwetend te zijn. Ik heb hem daarop aangetoond welke de gevolgen waren. Ik heb hem gevraagd of zijn regering een officieuze manier had om met de Heilige Stoel in contact te komen. Hij heeft me gezegd dat het soms gebeurde dat hij met dat contact belast werd. Hij dacht dat mocht zijn regering moeten tussenkomen in deze zaak van het Concilie, dit eerder door bemiddeling van de Amerikaanse kardinalen en bisschoppen zou zijn...
Men kan zich voorstellen dat als gevolg van die twee gesprekken, Reinhardt de zaak aanhangig gemaakt heeft bij de regering in Washington en dat deze aan Spellman die interventie zou gevraagd hebben, wat zou verklaren waarom die zo rijkelijk laat kwam en zo onzorgvuldig voorbereid was.
P. Poswick. Un journal du concile. p.610-612.
Reacties