Jozef Maria HeuschenGeboren in Tongeren (België) in 1915. Studeert Oriëntalistiek (Leuven, 40-’42) en wordt docent exegese aan het Luikse Grootseminarie. Vicaris-generaal voor Limburg (1959). Hulpbisschop van Luik in 1962. Wordt in 1967 de eerste bisschop van het nieuwe bisdom Hasselt (tot 1989). Heuschen overlijdt in Hasselt op 30 juni 2002. Tijdens het Concilie lid van de Doctrinele commissie. Toont zich een onvermoeibaar werker vooral in het verwerken van honderden modi (tekstamendementen). Samenwerking met o.a. Philips. Belangrijke bijdragen aan documenten Lumen gentium en Dei Verbum. Schreef de tekst over het huwelijk in Gaudium et spes. Onderstaand Conciliedagboek is samengesteld uit brieven en Concilieherinneringen. Conciliedagboek12 NOV '64 | Paus verplicht in hoofdstuk 3 enkele wijzigingen aan te brengenHet Belgisch College is een hospitaal in het klein geworden. [Meerdere Belgische bisschoppen liggen met een serieuze griep in bed.] Men is natuurlijk erg moe en de spanningen laten niet af. We moeten straks opnieuw bijeenkomen in commissie, omdat de Paus ons verplicht in hoofdstuk 3 enkele wijzigingen aan te brengen. Ik heb ze van Mgr. Charue ter inzage gekregen: het is niet veel bijzonders, op éne na, die absoluut onaanvaardbaar is voor de Orthodoxen en als een bom zou inslaan bij patriarch Athenagoras; een andere, in verband met de diakens, zal misschien wel een storm opjagen bij de Zuid-Amerikanen. Als we die twee dingen kunnen uitschakelen, dan mag de rest voor mij erin. Maar het is toch pijnlijk eens te meer te moeten vaststellen dat de Paus in deze kwestie als absolute alleenheerser wil optreden. Hij verschuilt zich achter een nota die een Jezuïetenpater hem gezonden heeft en waarin deze zogezegd zijn gewetensangsten uitdrukt voor sommige formules van de tekst. Maar waarom heeft hij niet een Mgr. Philips of iemand anders uitgenodigd om deze kwesties met die Jezuïet in zijn aanwezigheid te bespreken en uit te vechten. Nu kiest hij positie aan een kant, vergeet dat die Jezuïet klaarblijkelijk niet begrepen heeft waarom men over bepaalde dingen niet had gesproken (om een gesprek met de Orthodoxen mogelijk te maken) en toont, door zijn tussenkomst, aan al de leden van de commissie dat hijzelf de tekst ook niet verstaan heeft. En hij vraagt niet dat men deze zaken zou willen onderzoeken, hij legt ze op. Ik zal in elk geval straks zeggen dat ik evenzeer als die Jezuïet mijn geweten wil ontlasten en dat ik vraag aan Kard. Ottaviani dat hij de Paus er opmerkzaam zou op maken dat hij, door het inlassen van die ene tekst, Athenagoras helemaal tegen de kop zal lopen, na eerst alles gedaan te hebben om een gesprek mogelijk te maken. Ge ziet hoe men voortdurend moet tussenkomen om te verhinderen dat er domme dingen gebeuren. Wat zal dat worden als de bisschoppen niet meer hier zijn? Ik durf er zelfs niet aan denken. Enfin, we zullen de H. Geest maar zijn werk laten doen. Brief aan Verjans Ontdek meer: Paus vraagt verklarende nota bij constitutie over de Kerk |