04 JUN '63 | Heel zijn leven leek een simpele voorbereiding op deze ene daad
Paus Joannes zal wel op de eerste plaats de geschiedenis ingaan als de paus van het Tweede Vaticaanse Concilie. In een periode van de kerkhistorie, waarin vrijwel niemand meer dacht aan de heilzame mogelijkheden van een oecumenisch Concilie, daar het sterk gecentraliseerde bestuur een raadpleging van het wereldepiscopaat overbodig leek te hebben gemaakt, vatte paus Joannes, nauwelijks regerend, het plan op een algemene kerkvergadering te houden. Hijzelf zag het niet eens als een eigen plan; hij heeft zich in alle eenvoud, maar in niet mis te verstane termen beroepen op een goddelijke ingeving, op een teken van de hemel. Hij verraste met zijn Concilie zowel de curie, waar hij intussen veel open plaatsen had opgevuld en hoge gezagsdragers door de kardinaalshoed groter aanzien verleend, als de over de hele wereld verspreide bisschoppen. De eersten werden in het algemeen pijnlijk verrast: het straf georganiseerde ‘bureau’ vreesde, met de komst van 2500 ‘pottenkijkers’ de mogelijkheid van een ingrijpende hervorming der Romeinse congregaties, althans een drastische beperking van haar macht. De bisschoppen echter toonden zich verheugd: een kerkvergadering zou de opvatting van een door hen collegiaal te besturen kerk vaster grond verlenen.
Terwijl de curie met bezorgdheid de mogelijkheid onder ogen zag dat, vanuit de periferie, op een kerkvergadering denkbeelden naar voren zouden worden gebracht die tot dan toe als ‘liberaal’ en zelfs als grenzend aan ketterij golden, rekenden de residerende bisschoppen hoopvol op het minimum van een confrontatie der opvattingen: die van een open en die van een gesloten kerk. De Paus besefte zeer wel wie hij tezamen zou brengen. Hij schrok er niet voor terug. De Geest had hem bevel gegeven. Dit was ‘een onverwachte lente’.
Ondanks schier onoverkomelijke moeilijkheden – hoe het wereldepiscopaat te raadplegen? Welke keus te maken uit hun voorstellen? Hoe te vergaderen met 2500 man? – zette paus Joannes door. (…) Want heel zijn lange leven leek een simpele voorbereiding op deze ene daad: met het bijeenroepen en doen beginnen van het Concilie de katholieke kerk open te zetten: alle deuren, alle vensters. ‘Nog nooit’, zo heeft de prior van de protestantse gemeenschap in Taizé , Roger Schütz, van hem getuigd, ‘heeft hij ramen of deuren gesloten’.
(….)
Maar ook naar buiten zette paus Joannes de deuren en vensters open. De warme wind van Gods Geest, die van hem bezit had genomen, woei uit over de vlakten naar hen ‘die zich eveneens met de erenaam christenen sieren’. Hij bracht dooi teweeg in het nog winters klimaat dat de officiële verhouding tussen de katholieke kerk en de oecumenische beweging daarbuiten overheerste.
Aan het Tweede Vaticaans Concilie gaf hij zelfs duidelijk als verderliggend (maar het van meet af aan dominerend) doel: de eenheid van alle christenen. Op zijn initiatief werd het Secretariaat voor de Eenheid ingesteld, dat onder de bezielende leiding van kardinaal Bea en Mgr. Willebrands onschatbare verdiensten voor de uiteindelijke eenheid heeft verworven.