Albert PrignonGeboren in Luik in 1919. Priester gewijd van het bisdom Luik in 1942. Studeerde filosofie, theologie en bijbelwetenschappen in Rome en in Leuven. Seminarieprofessor in Harissa (Libanon) van 1951 tot '53. Professor grootseminarie Luik van 1962 tot '72. Kerkelijke raad bij de ambassade van België van 1964 tot 1972, secretaris van de doctrinele commissie van de Belgische bisschoppenconferentie van 1972 tot1996. Hij overlijdt in Luik in 2000. Rector van het Belgisch college te Rome tijdens en na het Concilie. Peritus (officiële theoloog) van het Concilie. Tijdens het Concilie de vertrouwensman van kardinaal Suenens. Door zijn theologische competentie, dienstvaardigheid en gastvrijheid was hij de spil van de squadra belga. Hij heeft veel notities en documenten bewaard van het Concilie die vandaag bewaard worden in Louvain-la-Neuve. Zijn dagboek van de 4e zittijd van het Concilie is gepubliceerd. Conciliedagboek16 SEP '65 | Goede zaak dat men van de Heilige Vader de synode verkregen heeftEerste ontmoeting van de paus met de moderatoren… Als markant punt van het onderhoud: de paus heeft lang uitgeweid over de geschiedenis van het Motu proprio over de bisschoppensynode… Hij heeft bij de moderatoren de indruk gewekt dat hij van deze synode werkelijk een uitdrukking wilde maken van de collegialiteit en dat hij er veel van verwachtte. Hij heeft zelf gezegd dat niets belette dat de synode gelijktijdig twee of drie verschillende zittingen zou houden. Kortom hij gaf de indruk zeer tevreden te zijn met deze institutie en met de reactie van de synodevaders. Lang onderhoud met Dossetti … Wat betreft de tekst van het Motu proprio over de bisschoppensynode merkt hij —zoals uiteraard iedereen— op dat het geen enkele allusie bevat op de definitie van de bisschoppelijke collegialiteit, of juister geformuleerd over de leer van de constitutie van de Kerk over dat onderwerp… En dat het voorkomt alsof deze synode is geconcipieerd —volgens de intenties van hen die ze hebben geredigeerd— als het verlenen door de paus van een deelname aan zijn persoonlijke macht, eerder dan als een uitdrukking van de universele verantwoordelijkheid van de bisschoppen zoals erkend door de tekst over de Kerk. Over de synode zegt Mgr. De Smedt niet zwaar onder de indruk te zijn, hij schijnt er weinig belang aan te hechten. In de vergadering van de [Belgische] bisschoppen zegt hij sterk te vrezen dat dit tot niet veel zal dienen. Maar het algemeen oordeel van allen die ik heb gezien is dat de synode nu bestaat, welke officiële motiveringen er ook gegeven zijn. Ze bestaat en in de toekomst kan ze een andere invulling krijgen. Dossetti heeft dit standpunt onderschreven. En hij heeft besloten met toe te geven dat het een goede zaak is dat men van de Heilige Vader de synode verkregen heeft. |