Over het lekenapostolaat - Apostolicam actuositatemDecreet over het lekenapostolaat, Apostolicam actuositatem De Latijnse naam Apostolicam actuositatem, apostolische activiteit, verwijst naar de eerste woorden van de tekst zoals gebruikelijk is voor Vaticaanse documenten. Principe: het héle Godsvolk is geroepen en gezonden, dus ook de lekenVoor de belangrijkste theologische uitspraken van het Concilie over de leek, moet je niet in het Decreet over het lekenapostolaat zijn, maar wel in de Dogmatische constitutie over de Kerk, Lumen gentium. Dat formuleert een nieuwe uitgangspunt voor de definitie van de Kerk: het héle Godsvolk is geroepen en gezonden, niet alleen de clerus, maar ook de leken. Werkterrein van de leek is heiliging van de wereldHet Decreet over het lekenapostolaat wil de specifieke rol van de leken in de missie van de Kerk beschrijven en hun werkterrein afbakenen. Naast hulp in de evangelisatie en charitatieve actie zouden leken speciaal geroepen zijn om de orde van het tijdelijke te bezielen en te vervolmaken met de geest van de Evangelie. De plaats van de leek is met andere woorden midden in de wereld. Wat in de orde van het tijdelijke de meest knellende problemen zijn, staat dan weer in de Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et spes. Om de eigen zending van de leek volgens het Concilie goed te begrijpen moet je dus niet alleen het Decreet over het lekenapostolaat lezen. Het decreet is in zekere zin veel van zijn interessante inhoud verloren aan de 2 constituties. Eigen werkterrein, maar wel onder leiding van hiërarchieWat opvalt als je het decreet leest, is dat de Concilievaders ruimte willen geven aan de leken. Maar even opvallend is dat die ruimte altijd geplaatst wordt in de context van de kerkelijke hiërarchie. Leken worden aangespoord om een rol op te nemen in de zending van de kerk, maar dan wel onder leiding en in dienst van de priesters. Zoals vaak gebeurt in Conciliedocumenten staan 2 denkkaders naast elkaar. Om met die spanning in de praktijk vruchtbaar om te gaan, legt het decreet grote nadruk op samenwerking. Heel concreet roept het op om raden op te richten op parochiaal, diocesaan, interdiocesaan, nationaal en internationaal vlak. Daarin moeten priesters, religieuzen en leken broederlijk samenwerken met eerbiediging van ieders eigen karakter en autonomie (26). Dat leken vandaag op alle niveaus een rol opnemen in de Kerk, is een gevolg en verdienste van het Concilie. Nood aan een specifieke lekenspiritualiteitDe aandacht is na het Concilie vooral uitgegaan naar de vraag wat een leek mag en kan in de Kerk. Wat tot op vandaag onbeantwoord is gebleven is de vraag wat het betekent dat de leek geroepen is om de wereld te heiligen en het tijdelijke te bezielen met de geest van het evangelie. Sommige theologen zijn ongelukkig met die verbinding van de leek met het tijdelijke en de wereld. Omdat het lijkt alsof het eeuwige en het heilige nu toch weer het exclusieve werkterrein wordt van clerus en religieuzen. Terwijl de algemene roeping tot heiligheid dit net opentrekt naar de leken. Andere theologen vinden dat er gewoon nog niet serieus werk is gemaakt is van een specifieke lekenspiritualiteit. Het decreet zelf geeft daar ook weinig aanleiding toe. Het rept bijvoorbeeld met geen woord over het gebed van de leken. Terwijl het gebed toch een belangrijke plaats krijgt in de documenten over de bisschoppen en de priesters. Pas recent is er in de theologie aandacht voor de spiritualiteit van de leek.
Ontdek meerInhoudHet Decreet over het lekenapostolaat, Apostolicam actuositatem, bevat een inleiding, 6 hoofdstukken, een aansporing en een plechtige afsluiting.
verberg citaten
Hoofdstuk 1: De roeping van het leken tot het apostolaat
verberg citaten
Hoofdstuk 2: De doeleinden van het lekenapostolaat
verberg citaten
Hoofdstuk 3: De verschillende terreinen van apostolaat
verberg citaten
Hoofdstuk 4: De verschillende vormen van apostolaat
verberg citaten
Hoofdstuk 5: De juiste verhouding bij het apostolaat
verberg citaten
Hoofdstuk 6: De vorming tot het apostolaat
verberg citaten
Hoofdstuk 7: Aansporing
verberg citaten
Hoofdstuk 8: Afsluiting |