Pieter Smulders19 NOV '64 | Vanmorgen een zeer bewogen zittingNiet vanwege de interventies, maar vanwege de gebeurtenissen. De stemming over het geheel van De Ecclesia is vanmorgen gehouden (…). Maar over deze stemming wordt een schaduw geworpen, doordat Felici bij de stemming aankondigt, dat de stemming van vandaag en van zaterdag moet verstaan worden in het licht van de Nota Praevia; daarom is deze Nota apart gedrukt, omdat ze blijvende gelding heeft en bij de Akten van het Concilie zal worden gevoegd. Deze woorden, die in de gedrukte tekst niet staan, zijn iets nieuws. Felici zegt niet, met welke autoriteit hij deze verklaring aflegt. Maar deze verklaring schept (of bedoelt te scheppen) een nieuwe situatie m.b.t. de Nota, waarover noch de Theologische Commissie, noch de Vaders enig beraad hebben kunnen plegen. Dit begint te lijken op een aantasting van de vrijheid van het Concilie: zij worden voor een fait accompli gesteld. De bisschoppen zijn heftig verontwaardigd: een oud en verstandig man praat erover te vertrekken. Maar door de korte tijd is een protest of een opheldering nauwelijks mogelijk. Döpfner, die vandaag voorzit, laat de kans voorbijgaan om naar de bron van Felici's verklaring te vragen. De paus heeft, door zijn besluiteloosheid, zich in een onmogelijke situatie gemanoeuvreerd, waar hij de speelbal is van de Curie. lets dergelijks gebeurt met het Schema over het Oecumenisme, dat drie weken geleden klaar was. Maar de Paus heeft wijzigingen voorgesteld; een gedeelte daarvan wordt vandaag kort meegedeeld. Morgen zal de eindstemming over De Oecumenismo plaats vinden, en tegelijk de definitieve tekst worden uitgedeeld. Ook hier heeft de Paus de Vaders dus voor een fait accompli gesteld. Eigenlijk zijn de wijzigingen onbeduidend, en de moeite nauwelijks waard: alleen onderstrepen ze nog eens extra het primaat. Als de paus vroeger tot een besluit gekomen was, zouden die wijzigingen op de normale wijze aangebracht kunnen zijn. Hevige deining verwekt ook het feit, dat Tissérant aankondigt, dat De Libertate Religiosa [de ontwerptekst over de godsdienstvrijheid] niet meer in stemming gebracht zal worden, in tegenstelling met wat gisteren gezegd is. (…). Er wordt snel een actie georganiseerd om de paus te verzoeken, de eerste stemming erover alsnog te laten houden; in een half uur heeft ze honderden stemmen. (…). Het is een schandaal, want de tekst was gereed op 24 oktober; op 16 oktober heeft echter Cicognani bevolen, dat de tekst moest worden besproken met 5 aangewezen leden van de Theologische Commissie (daaronder waren dus Browne , Fernandez, Pelletier en Colombo). Vier van de vijf verklaarden, dat geen doctrinele bezwaren tegen het stuk bestonden. Ottaviani heeft het stuk aan de hele Commissie voorgelegd op 9 november, waar het een tweederde meerderheid kreeg. De voorgestelde verbeteringen zijn verwerkt. Maar pas op 17 november werd het stuk uitgedeeld. Waarschijnlijk heeft Felici de druk tegengehouden, en de uitdeling vertraagd. De tijd van studie voor de stemming was inderdaad te kort; maar om over de Nota Praevia na te denken, hadden de Vaders helemaal geen tijd. Mgr.De Smedt leest nu wel de relatie over de Godsdienstvrijheid voor, waarbij hij herhaaldelijk onderbroken wordt door een allerdaverendst applaus, waarin de bisschoppen onmachtig protesteren tegen deze gang van zaken, waardoor het de kleine groep Conservatieven opnieuw gelukt is deze kwestie op de lange baan te schuiven. Ontdek meer: “Zwarte week” van het Concilie |