2 hoofdstukken van het Schema over het oecumenisme kennen een bijzondere geschiedenis en worden uitzonderlijk apart voorgesteld in de Concilieaula:
- hoofdstuk 4 over de verhouding met het Joodse volk en het Judaïsme
- hoofdstuk 5 over de godsdienstvrijheid
Hoofdstuk V wordt lang tegengehouden door de Doctrinele commissie die een nihil obstat moet geven. Pas vandaag krijgen de Concilievaders de tekst onder ogen.
2 tenoren van het Concilie stellen de teksten voor onder grote belangstelling van de Concilievaders.
Bea pleit voorzichtig voor eerherstel Joodse volk en Judaïsme
De inzet van het hoofdstuk over de Joden is het uitroeien van de religieuze wortels van het antisemitisme dat leidde tot de Holocaust. Van bij het begin benadrukt kardinaal Bea, voorzitter van het Secretariaat voor de eenheid, dat de tekst alleen religieuze en geen politieke bedoelingen heeft.
- Volgens de leer van Paulus in de brief aan de Romeinen, verwerpt God het Joodse volk niet voor de veroordeling en dood van Jezus.
- Antisemitisme heeft religieuze wortels, waarvan ook katholieken niet vrij zijn.
- Het Joodse volk van vandaag kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor de dood van Christus, net zomin als het Joodse volk van de eerste eeuw in zijn geheel.
- Katholieken moeten tonen dat ze de naastenliefde kunnen navolgen van Christus en zijn apostelen die hun vervolgers vergaven.
- Johannes XXIII gaf zijn persoonlijke goedkeuring aan dit standpunt, maar het Concilie is vrij om te beslissen.
Meer weten: Verklaring over de niet-christelijke godsdiensten
De Smedt pleit vurig voor godsdienstvrijheid
Godsdienstvrijheid is doctrineel en historisch een heel complex en genuanceerd probleem. Mgr. De Smedt, bisschop van Brugge, benadrukt in zijn inleiding dat de vrijheid waar het hier over gaat niet gebaseerd is op indifferentisme (veronderstelde gelijkwaardigheid van alle religies), maar wel op de fundamentele waardigheid van de persoon en zijn gewetensvrijheid. De Smedt overloopt vervolgens de 5 onderdelen van de tekst:
- Het gedrag van katholieken naar anderen toe moet gebaseerd zijn op respect voor het recht en de plicht van niet-katholieken om hun geweten te volgen.
- De hele mensenfamilie heeft recht op religieuze vrijheid, vrij van elke dwang, zelfs als het geweten dwaalt.
- Mensen hebben het recht om hun religie openbaar te beleven, binnen de grenzen van het algemeen belang.
- Onderdelen 4 en 5 behandelen de traditie in het licht van deze principes. Vroegere pauselijke documenten moeten begrepen worden binnen hun historische en doctrinele context.
Tot slot herinnert De Smedt de Concilievaders aan de pastorale bedoeling van de tekst: het is een reëel probleem dat mensen ervaren in hun relaties met anderen in de moderne samenleving. Mensen verwachten een antwoord van de Kerk.
Vooral de Amerikaanse bisschoppen zullen zich in het debat profileren als voorstanders van de godsdienstvrijheid. Maar er zijn ook tegenstanders:
- Spaanse bisschoppen vrezen de bekeringsijver van de protestanten.
- Latijns-Amerikaanse bisschoppen vrezen dat sektes aan macht zullen winnen.
- Italiaanse bisschoppen vrezen dat godsdienstvrijheid overkomt als steun van een toenadering tussen de Christen Democratische Partij en politiek links.
Meer weten