24 NOV '65 | Voor een keer is het woord catastrofaal op zijn plaats 
Vandaag ben ik niet naar de vergadering geweest. Maar om 7 uur, nog voor het einde, komt Philippe Delhaye bij mij aan, helemaal overstuur, om de tekst van de 6 [sic=4] modi voor te leggen, die door kardinaal Cicognani in een brief zijn voorgelegd en betrekking hebben op de problemen van de Birth Control. En ik moet zeggen dat onze indruk is: werkelijk betreurenswaardig. Voor een keer is het woord "catastrofaal" op zijn plaats. Drie modi zijn absoluut onaanvaardbaar omdat zij op die manier vorige wetten laten goedkeuren, die op dit ogenblik eigenlijk al voorbijgestreefd is en men zou daardoor terugkomen op eerdere verruimingen, zelfs van Pius XII. Ik moet zeggen dat we erg aangegrepen zijn.
Voor het avondeten, is de kardinaal [Suenens] bij zijn terugkeer bij Heylen gekomen met Delhaye en mijzelf. En we zijn al begonnen met de eerste ontwerpen voor een tegenaanval.... Men sprak er over aan tafel en uiteindelijk ben ik, een beetje in naam van de experten, die niet durfden spreken voor de bisschoppen, ertoe gekomen om vastberaden, maar sterk te zeggen wat ik dacht. Ik heb in het bijzijn van de kardinaal en de bisschoppen gezegd dat deze manier van handelen, heel bijzonder in dit geval, werkelijk onaanvaardbaar was en ik heb zelfs het woord oneerlijk gebruikt. In feite gaat het om een probleem dat de paus onttrokken heeft aan de bevoegdheid van het concilie, waarover de vaders dus niet hebben kunnen discuteren, waarover hij een verklaring heeft aangekondigd - tot driemaal toe - en waarover hij in de Corriere delle Sera nog had gezegd dat hij de enige was om daarover te kunnen beslissen en waarover hij ten slotte een gezamenlijke vergadering van de geheime commissie en de conciliecommissie gevraagd heeft om tot een tekst te komen die hem uiteindelijk zou vrijstellen van te moeten spreken. En vervolgens, vandaag, laat hij ons door het Staatssecretariaat modi toesturen die het vraagstuk schijnen op te lossen op een negatieve wijze en die, als ze letterlijk genomen worden, het werk van de geheime commissie overbodig maken en die, denk ik - en we zijn met velen om dit te denken - de concilie tekst in haar huidige bewoordingen moeilijk aanvaardbaar zou maken voor de christenen...
De bisschoppen leken verwonderd over mijn reactie. Ik heb er nadien twee, drie gezien die me zegden hen te zeggen wat ik meende in geweten te moeten zeggen. Dat ik inderdaad tamelijk heftig geweest was, maar dat men het begreep en dat het goed was dat die zaken gezegd zouden worden. Ik heb geantwoord dat ik niet ab irato gesproken had, maar dat ik werkelijk gezegd had wat ik dacht en dat het tijd werd dat de bisschoppen reageerden. Ik heb tijdens het avondmaal aan de kardinaal zelfs gezegd dat, als de tekst met deze modi zou moeten gestemd worden zonder aanpassingen, het beter zou zijn om non placet te stemmen, dan dergelijke tekst door het concilie te laten goedkeuren.