![]() Pieter Smulders![]() ![]() 29 OKT '65 | Philips heeft weer een hartaanval gekregen
Onverwacht ben ik toch nog druk betrokken geraakt in de afwerking van het laatste grote ontwerp over de Kerk in de Wereld. Na de besprekingen erover, die half oktober beëindigd waren, werden de afzonderlijke hoofdstukken met de daarbij gemaakte mondelinge en schriftelijke opmerkingen over tien subcommissies verdeeld. Ik heb me toen opgegeven voor de Subcommissie voor hoofdstuk III uit het eerste deel, dat handelt over de christelijke waarde van de aardse activiteit. Maar toen Mgr. Garonne, de voorzitter van de subcommissie, me vroeg, als secretaris op te treden, heb ik dat geweigerd, omdat er juist toen veel werk was voor het Indonesisch Episcopaat. Maar toen de taken verdeeld moesten worden, heb ik me op zijn aandringen belast met de herziening van het eerste deel van dat hoofdstuk. Die herziening moest drastisch zijn, want van de ene kant moest het hoofdstuk op verzoek van een groot aantal bisschoppen ingekort worden, van de andere kant hadden zij gevraagd verschillende punten te behandelen die niet of onvoldoende in het ontwerp stonden. Dat betekende praktisch het hoofdstuk herschrijven. Mijn bewerking van de eerste helft, die ik inderdaad van 144 tot 92 regels had ingekort, viel bij de leden van de Subcommissie in goede aarde. Overigens een verrassend prettige Subcommissie, met behalve Mgr. Garonne van Toulouse als leden Mgr. Volk van Mainz, Modralejo van Valencia in Spanje en Mgr. Bennorz van Katowice in Polen. Maar het ongeluk was, dat ze mij ook nog opdroegen de tweede helft van het hoofdstuk te redigeren, die in eerste instantie door een Canadese dominicaan [pater Lambert] was herzien. Toen ik dat na een lang gesprek met hem probeerde, bleek het ondoenlijk. Voor mijn gevoel was zijn ontwerp een ratjetoe van briljante ideetjes en holle woorden, dus juist het tegendeel van wat een conciliaire tekst moet zijn. Na overleg met Mgr. Garonne heb ik toen maandagmorgen 18 oktober besloten ook dat tweede deel helemaal opnieuw te schrijven. Het was een gok, maar het lukte, zodat ik woensdagmorgen ermee klaar was. Intussen zat Mgr. Philips, de secretaris van de Commissie, me achter de veren: hij moest de herziene tekst zelf uiterlijk woensdagavond hebben, en het verslag erover uiterlijk donderdagavond. Want vrijdagmiddag moest de tekst in de Commissie besproken kunnen worden. Ook dat is gelukt. Vrijdagmorgen konden tekst en verslag aan de bisschoppen van de Commissie worden uitgedeeld, en ’s middags werden ze besproken. En, dank zij de bekwame prestatie door Mgr. Philips, met enige verbeteringen goedgekeurd. Overigens voorlopig één van de laatste daden van Mgr. Philips. Want nadat hij zaterdag en maandagmorgen de besprekingen had geleid, heeft hij weer een hartaanval gekregen en heeft de dokter hem absolute rust van minstens tien dagen voorgeschreven. Zoals ik vroeger al eens geschreven heb, is hij misschien de man die voor het Concilie de grootste verdiensten heeft. In de voorbereidende Commissies heeft hij dapper gevochten tegen de Romeinse kliek. Toen heeft hij tijdens de eerste zitting de eerste schets geschreven voor de Constitutie over de Kerk, en al het werk daaraan en aan het nieuwe ontwerp over de Openbaring geleid, en die stukken in veilige haven gebracht, grotendeels door zijn persoonlijke werkkracht en betrouwbaarheid. En toen het ontwerp over de Kerk in de Wereld dreigde te stranden, heeft hij ook daarover de leiding moeten nemen. Genoeg om een veel jongere man te breken, maar hij heeft het ondanks zijn hartkwaal tot nu toe gebolwerkt. Met enorme en accurate werkkracht heeft hij werk verdeeld en teksten gecorrigeerd, eindeloze besprekingen met engelengeduld en onvermoeibare opmerkzaamheid geleid, en de verschillende stukken langs allerhande klippen gestuurd. Zonder hem was er van het werk van de Theologische Commissie niets terecht gekomen, en dus - behalve de Liturgie - ook van het Concilie niet. Hopelijk knapt hij, nu dat harde werk is afgelopen, weer op. Brief ![]() |