Decreet over de Oosterse Katholieke Kerken, Orientalium Ecclesiarum
Het Decreet over de Oosterse Katholieke Kerken is een van de kortste Conciliedocumenten. Het geeft de met Rome geünieerde kerken uit de Byzantijnse traditie een geheel eigen plaats en rechten.
De Latijnse naam Orientalium Ecclesiarum, Oosterse Kerken, verwijst naar de eerste woorden van de tekst zoals gebruikelijk is voor Vaticaanse documenten.
Oecumene of uniatisme?
Voor het Concilie engageerde de Kerk zich niet in werkelijke oecumene. In plaats van streven naar eenheid door dialoog, was de heersende houding er een van terugkeer tot de ware schaapstal door hereniging en door de rol van de paus te erkennen. Uniatisme heet dit.
Doorheen de geschiedenis hebben meerdere kerken die gescheiden waren van de Rooms-katholieke Kerk zich inderdaad geünieerd met Rome. Vooral kerken uit het oosterse christendom. Deze gemeenschappen koesteren eigen byzantijnse tradities, zoals liturgie, taal, recht…
Het decreet regelt de unieke positie van de Oosters-katholieke Kerken binnen de Rooms-katholieke Kerk.
Van hoofdstuk naar een afzonderlijk decreet
De ontstaansgeschiedenis van het Decreet over de Oosterse Katholieke Kerken loopt parallel aan die van de Verklaring over de niet-christelijke godsdiensten, de Verklaring over de godsdienstvrijheid en het Decreet over het oecumenisme. Voor de aanvang van het Concilie ging het over één voorbereidend schema over het oecumenisme. Dat schema behandelde in hoofdzaak de uniaten.
De Concilievaders hebben in december 1962 veel kritiek op het voorbereidende schema. Ze hebben een veel bredere verwachting van het oecumenisme dan de positie van de Oosters-katholieke Kerken. Zo wordt het onderwerp van de uniaten in 1963 een hoofdstuk binnen een breder schema over het oecumenisme. En in 1964 wordt gekozen voor een afzonderlijk decreet.
Eigen ritus en codex
Het zijn uiteraard vooral de patriarchen en metropolieten van de Oosters-katholieke Kerken die zich in 1963 en 1964 in het debat mengen. Een van hen is Josyf Slipyj die in januari 1963 door Chroestsjov wordt vrijgelaten uit zijn gevangenschap in Siberië.
Op de agenda staat
- de vrijheid van katholieken om hun ritus te kiezen,
- de rol van de Oosterse patriarchaten in de Katholieke Kerk,
- de positie van gehuwde Oosters-katholieke priesters?
- de verhouding van de Oosters-katholieke Kerken tot de Orthodoxe Kerken.
Ook de erkenning van het huwelijk tussen Latijnse en Oosterse katholieken is van belang.
Op 21 november 1964 keuren 2110 Concilievaders de tekst goed. 39 stemmen tegen.
In 1990 krijgen de Oosters-katholieken hun eigen wetboek (codex) van kerkelijk recht. Blijvend resultaat van het Conciliewerk.
Ontdek meer
Nederlandse vertaling van het Decreet over de Oosterse Katholieke Kerken
Het Decreet over de Oosterse Katholieke Kerken bestaat uit 30 artikels verdeeld over een inleiding, 6 hoofdstukken en een besluit.